Addition

Mijn oma

Mijn oma van vaderskant, Jeanette Moses, werd in 1877 geboren te Repelen in Duitsland en is nooit getrouwd. In 1906 beviel zij van een buitenechtelijke zoon die ze Arthur noemde en die later mijn vader werd. Waarschijnlijk om de schande te ontlopen heeft ze het kind ter wereld gebracht in het Limburgse Meerssen, vlak over de grens met Nederland. Wie de verwekker was, weten wij, haar kleinkinderen, niet – mijn vader liet weinig los over zijn verleden, maar hij heeft wel eens verteld dat het om een Duitse bankier ging, Joods en bemiddeld. Zijn naam heeft Arthur bij mijn weten nooit genoemd, al moet hij die gekend hebben: ik herinner me een verhaal over een telefonische poging de man te ontmoeten, maar die gaf niet thuis.

Als Arthur Moses groeide mijn vader op in Kamp-Lintfort, evenals Repelen gelegen in Noordrijn-Westfalen. Eind jaren '30, vermoedelijk kort na Kristallnacht, vluchtte hij naar Nederland, met achterlating van de naam Moses omdat hij de veroveringen van Hitler zag aankomen en met zo’n Joodse achternaam een gemakkelijk doelwit zou zijn; bovendien had hij een uitgesproken Joods uiterlijk – hij leek op Ed van Thijn. In Nederland ging hij eerst door het leven onder de naam Mijnheer Arthur en later als Arthur de Weger, nadat hij zich tegen forse betaling had laten erkennen door ene meneer de Weger als diens zoon, waarmee hij een half-Jood werd en de oorlog heeft overleefd; zo heeft hij als bastaard van de nood een deugd weten te maken. De details zijn ons onbekend, volgens mijn broer ging het om een Haagse advocaat, maar mijn vader sprak liever niet over zijn geschiedenis en bij het NIOD bleek men nog nooit van dergelijke lucratieve praktijken gehoord te hebben. Hoe dan ook ben ik trots op die daad, hij getuigt van zijn intelligentie. Van de “echte” familie de Weger weet ik niks.

Tijdens de oorlog trouwde Arthur met een tien jaar jongere (en beeldschone) gojse vrouw, onze moeder Fientje Maeijer. Zij was beslist iemand om verliefd op te worden, maar ik kan niet nalaten te denken dat dit gemengde huwelijk zijn overlevingskansen nog eens vergrootte en mijn vader zich daarvan bewust was. Hij was van zins om uiteindelijk de oversteek naar de VS te maken maar moest eerst genoeg geld verdienen om dat te betalen en werd inkoper bij Gerzon – aanvankelijk nog onder de naam “meneer Arthur”. Op een gegeven moment heeft hij zijn moeder - waarvan hij zielsveel hield - naar Nederland weten te krijgen, helaas weet niemand meer hoe en wanneer. Jeanette is tenslotte in Amsterdam ondergedoken, na verraad of tijdens een razzia opgepakt en in 1943 in Sobibor vergast.

Wijlen Jeanette Moses heeft twee kleinkinderen: Richard en Annette (naar haar vernoemd) de Weger, geb. in resp. 1945 en 1947, en drie achterkleinkinderen: Rebecca, Esther en Charley, die hun opa Arthur nooit gekend hebben. De eerste twee zijn de dochters van mijn broer Richard en hebben niet toevallig Joodse voornamen: Hitler heeft zijn zin niet gekregen. Die drie achterkleinkinderen zijn op hun beurt samen tot dusverre goed voor vier achterachterkleinkinderen. Jeanette Moses, naar verluidt een hele lieve vrouw, leeft dus voort in haar nageslacht, al komt de naam Moses daarin niet voor.