Addition

Onderduik op Joodse School nr 9

Van lerarenkamer naar vliering

Het hele gezin Van Velzen, ouders en zes kinderen, dook na de invoering van de davidster in totaal zes weken onder op de Joodse School nr 9, de voormalige Louis Bothaschool, in de Kraaipanstraat in Amsterdam. Eerst met het hele gezin op het lerarenkamertje. Hier was provisorisch een ‘keukentje’ in een kast gemaakt. Het onderduikadres was geregeld via hoofdonderwijzer Eli van Tijn - 'oom Eli' voor de kinderen Van Velzen - die zelf met zijn vriendin Phily Perel in een leslokaal sliep. Hij haalde de matrassen om op te slapen uit de gymzaal (de Joodse School stond via de gymzaal in verbinding met de Talmoed Thoraschool ernaast). De volgende ochtend moesten die matrassen stiekem weer worden teruggebracht want de onderduikers bleven alleen slapen en verlieten daarna het gebouw. Op een keer stonden er vroeg in de ochtend schoonmaaksters voor de deur. Die hadden wel door dat er zich mensen achter de gesloten deur bevonden. Hierop volgde onderduik op de vliering van de school. Dochter Shula van Velzen werd later ondergebracht bij Mathilde Leonarda 'Til' Perel. Via Wassenaar werd Shula naar Friesland gebracht, in totaal verbleef ze op zo’n 36 onderduikadressen. In 1998 woonde ze in Bellingwolde.

Een broer van Shula verrichtte verzetswerkzaamheden voor Eli van Tijn, die verbonden was aan de verzetsgroep Gerretsen.

Bron: mondelinge informatie Shula Soeters-van Velzen aan Bart de Cort 17 augustus 1998