Addition

Moses Pinkus Müller

Moses Pinkus Müller was weduwnaar van Esther Itel Horn. Het echtpaar had vijf kinderen: Aron (1894), Gittel (1895), Shmuel/Samuel (1897), Hirsch/Hermann (1898) en Rachel Lea/Rosa (1901), die allen in Oswieçim werden geboren.

Hermann emigreerde voor de oorlog naar Rio de Janeiro, Brazilië. De rest van de familie woonde toen inmiddels in Leipzig. Aron en Gittel vluchtten van daaruit met hun gezinnen naar Amsterdam, Rosa bleef met haar man en kinderen in Leipzig achter: zij werden in mei 1942 naar het getto van Belzyce gedeporteerd.
Samuel en zijn gezin werden eind 1938 Duitsland uitgezet naar Polen en kwamen in een kamp bij Zbaszyn terecht. Wat er daarna met hen is gebeurd is onbekend, maar wel staat vast dat zij de Holocaust niet hebben overleefd.
Hetzelfde geldt voor Aron en zijn gezin.

De enige van de familie die de oorlog overleefde was Gittel met haar man en hun vijf kinderen. Hun vier dochters ontkwamen naar Engeland met behulp van de Kindertransporten van Truus Wijsmuller-Meijer. Gittel, haar man en hun zoon bleven in Nederland achter en werden in mei 1945 in kamp Westerbork bevrijd. Na de oorlog emigreerden zij naar Israël, waar ze met hun dochters en zusjes werden herenigd.