Addition

Hoe Sonja Lopes Cardozo aan haar eind kwam

Zoals beschreven door haar moeder Greet van Amstel

‘Deze morgen zouden er jonge vrouwen worden uitgezocht om dienst te doen bij het gaskamercommando. Vergeleken bij de ondraaglijke zware arbeid op het land bij regen en sneeuw, beschouwde men het werken bij dit commando bijna als een uitkomst, terwijl de toezegging van meer voedsel alle mogelijke bezwaren deed wegvallen.

De speciale verordening, dat de leden van deze commando’s na een paar weken dienst te hebben gedaan, zelf door het gas moesten, was alleen aan de kampleiding bekend.

Nadat hier en daar een paar vrouwen waren aangewezen, bleef de SS’er voor mij staan en zei hij tegen iemand die achter mij in de rij stond, dat ook zij dit werk moest doen. Toen gebeurde er iets zeer ongewoons. Deze laatste aangewezene trad uit de rij naar voren en zei heel nadrukkelijk: ‘Dit werk kan ik niet doen.’

Ik voelde ineens het bloed in mijn aderen verstijven. Degene die met deze woorden weigerde een bevel van de SS op te volgen, was mijn dochter. Stomverbaasd vroeg de SS’er: ‘Waarom niet?’ Waarop mijn dochter antwoordde: ‘Omdat ik niet wil meewerken om mijn ouders door het gas te laten gaan. En zijn het dan niet mijn ouders, dan zijn het de ouders van anderen. Ik kan dit niet doen.’

Toen was het geduld van deze vertegenwoordiger van het Arische heldenras uitgeput. Hij sloeg haar links en rechts in het gezicht en liet haar nummer noteren om nog voor de avond te worden vergast.

Grote ontsteltenis had zich van ons allen meester gemaakt. Machteloos moesten wij toezien.

Bij velen kwamen de tranen in de ogen.

Voordat de beulen met hun slachtoffer vertrokken, kon ik nog even met mijn dochter spreken.

Zwak geworden door mijn onuitsprekelijke wanhoop, zei ik heel laf tegen haar: ‘Zou je het toch maar niet doen? Door jouw weigering wordt er geen mens minder vergast.’

Zij keek mij aan met haar grote ogen en vroeg toen heel zachtjes: ‘Zou jij het doen, mam?’

Toen moest ik haar gelijk geven en eerlijk zeggen dat ik het ook niet gedaan zou hebben. Ik hoorde haar nog zeggen: “Dan is het goed, mam.” Toen werd zij weggevoerd.’

 

Greet van Amstel, 'Auschwitz, waar de rails ophielden', in: M. Smedts (samensteller), Den Vaderland getrouwe. Een boek over oorlog en verzet, Geschreven door mensen die beleefd hebben wat ze schreven (Amsterdam 1962) 160-170.