Addition

By: Ad

Heinrich en Hannah Feilchenfeld

Heinrich Feilchenfeld werd op 21 april 1865 in Culm (het huidige Chelmno nad Wisla, Polen) geboren, waar zijn vader van 1861-1876 rabbijn was en godsdienstles gaf aan de plaatselijke hogeschool. Hij was de derde zoon van dr. Fabian Gabriel Feilchenfeld en zijn vrouw Minna Cohn. In juli 1933 emigreerde hij naar Nederland met zijn vrouw Hanna Kadish (* 17 december 1880 in Danzig, nu Gdańsk). Ze kwamen in Scheveningen terecht waar ze na een paar jaar het huis op de Gevers Deynootweg 28 konden kopen. In 1941 moesten alle joden uit Scheveningen vertrekken en daarom verhuisden ze naar Gorinchem, Langendijk 55. Tot hoe lang ze daar gewoond hebben, is niet met zekerheid vast te stellen. Heinrich en Hanna hebben wellicht geprobeerd naar Noord- of Zuid-Amerika uit te wijken. Er is een Franse document uit Honfleur bewaard gebleven, d.d. 30 december 1942, waarop vermeld staat dat ze naast hun Duitse ook de Paraguayaanse nationaliteit hebben.    

In 1943 kwamen ze in Westerbork terecht. Door tussenkomst van medegevangene Erich Gustav Cohn, een Alte Kampinsasse, die een functie had bij de Antragstelle en daardoor zijn invloed kon aanwenden om ‘iets met de transportlijsten te regelen’,  werden Heinrich en zijn vrouw naar Bergen Belsen afgevoerd en niet naar de gaskamers in Auschwitz of Sobibor. Zij zouden daardoor een grotere kans hebben om de oorlog te overleven. Volgens het Duitse Bundesarchief vond het transport uit Westerbork op 16 februari 1944 plaats. Op de Stolperstein in de Oranienstraße 119 te Berlijn staat abusievelijk vermeld dat Heinrich in november 1944 naar Bergen Belsen is gedeporteerd. Het laatste transport vanuit Nederland met 279 joodse gevangenen naar dit Duitse concentratiekamp vond echter plaats op 13 september 1944.  

Heinrich Feilchenfeld stierf op 19 januari 1945 aan dysenterie, twee weken voor hij en Hannah naar de kasteelgevangenis van Wurzach overgeplaatst zouden worden. Zijn naam staat op de joodse monumenten aan het Melkpad in Gorinchem en de Hoofdweg in Hoofddorp vermeld. Op dit laatste monument staan vlak onder hem de namen van Edith, Margot en Anne Frank.

Hannah Feilchenfeld werd op 1 februari 1945 verder getransporteerd naar Wurzach. Het was de bedoeling dat zij en andere gevangenen met een dubbele nationaliteit via Zwitserland zouden worden uitgewisseld voor Duitse burgers die door de geallieerden geïnterneerd waren. In Ravensburg kort voor de Zwitserse grens moesten zij echter de trein verlaten, die hen naar de vrijheid zou brengen. Vervolgens werden ze over Württembergse interneringskampen in Liebenau, Biberach en Wurzach verspreid. De 72 Joden die naar dit laatste kamp gebracht werden, verkeerden in een ellendige toestand, ze waren uitgehongerd en bang toen ze aankwamen. Met betere voeding en extra Rode Kruispakketten herstelden ze echter relatief snel en maakten in Wurzach hun bevrijding mee.

Na de oorlog emigreerde Hannah naar de Verenigde staten waar ze op 25 februari 1957 overleed in Baldwin, een voorstadje van New York. Het is vreemd dat op de 4 mei herdenking 2015 in Gorinchem Hannahs naam werd voorgelezen als een van de 70 Gorcumse joden die de oorlog niet overleefd hadden. Ze was de enige vermiste op de lijst.

Gebruikte bronnen:

  • Robert G. Newman (2007). Eva E. Newman: Her Story. New York,. In te zien op het Kenniscentrum van het Joods Historisch Museum te Amsterdam.
  • Heinrich Schwing (2014). Alfred Apfel. Mein liebes Tierchen …. In inniger Liebe Dein Alfred. Briefe und Karten an seine Tochter Hannah Busoni. Berlijn: epubli GmbH. Pg. 143.
  • Gisela Rothenhäusler (2008). Das Wurzacher Schloss 1940 – 1945. Ein kleines Kapitel europäischer Geschichte. Lindenberg im Allgäu: Kunstverlag Josef Fink GmbH.
  • Das Bundesarchiv: https://www.bundesarchiv.de/gedenkbuch/de1016248
  • Programma herdenking 4 mei Gorinchem: https://en.calameo.com/read/000718908026a1cd0d102