Biografie

Over Rebecca Hillesum, haar man Willem Eduard Turfkruijer en hun twee dochters Marianne en Jacqueline Clementina

Rebecca Hillesum was een dochter van Hartog Hillesum en Marianne van Collem. Zij was geboren op 5 November 1908 in Amsterdam, werkte als diamantsnijdster en was op 22 Februari 1926 lid geworden van vakgroep 4 (brilliantsnijders) van de ANDB, de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond. Vanaf half Juni 1915 woonde het gezin Hillesum in de Moddermolensteeg 12 in Amsterdam totdat zij in Juni 1928 vertrokken naar Antwerpen; vader Hartog, zijn vrouw Marianne en de kinderen Anna, Rebecca en Joel woonden toen in de Grenaatstraat 7 in Berchem. Rebecca werd toen uitgeschreven als lid van de ANDB.

Rebecca trouwde op 9 Augustus 1929 in Berchem met Willem Eduard Turfkruijer, de jongste van de 12 kinderen van de in 1913 overleden Izaäk Turfkruijer en de in 1911 gestorven Rebecca Salomons. Willem was in Amsterdam geboren op 28 Juni 1906 en hij verbleef al met zijn familie vanaf November 1908 in Antwerpen. Ook Willem was diamantbewerker; hij werd als 20-jarige op 7 September 1926 ingeschreven bij de Algemene Diamantbewerkersbond van België, de ADB.

Willem Turfkruijer woonde in het Belgische Deurne in de Grijspeerstraat 21 maar arriveerde een dag voor zijn huwelijk in Berchem waar zij als echtpaar o.a. hebben gewoond in de Edelgesteentestraat 62 en in de  Dixmuidenlaan 328. Hun beide dochters, Marianne en Jacqueline Clementina werden in Berchem geboren, Marianne op 19 Juni 1930 en haar zus op 4 Maart 1933. Vanaf 15 November 1935 werd ook Rebecca lid van de Belgische ADB, waar zij in 1937 werd uitgeschreven maar weer per 19 Februari 1940 werd her-ingeschreven.

Na het uitbreken van de oorlog kwamen Rebecca en haar jongste dochter Jacqueline op 1 Juli 1940 terug in Amsterdam, waar zij onderdak vonden bij Rebecca’s nicht, Maria van Collem, op het adres Ceintuurbaan 221 3e etage. Maria was een dochter van Jacob van Collem en Maria Hendrika Heibloem en Jacob was een broer van Rebecca’s moeder Marianne van Collem. Drie weken later kwam ook Rebecca’s oudste dochter, Marianne Turfkruijer naar de Ceintuurbaan in Amsterdam.

Moeder en dochters vertrokken op 4 September 1940 naar de Blasiusstraat 11 3e etage waar zij inwoning vonden bij een andere nicht, namelijk Rachel Turfkruijer-Delmonte, echtgenote van Hendrik Turfkruijer, een zoon van Hartog Turfkruijer, die een oudere broer van Willem Eduard was. Na het vertrek van zijn vrouw en dochters in 1940 bleef Willem Turfkruijer nog in Berchem achter maar op 7 April 1941 arriveerde ook hij in Amsterdam en trok óók bij zijn nicht in de Blasiusstraat in, waardoor het gezin weer samen was.

In België was Willem lid van de ADB, waar hij officieel per 31 Mei 1941 werd uitgeschreven, maar vanaf 30 Januari 1942 werd hij in Nederland opnieuw als lid bij de ANDB ingeschreven bij vakgroep 2. Niet lang daarna, op 14 Maart 1942 werd Willem verplicht zich aan te melden bij de door de Duitsers verordonneerde Joodse Diamantbewerkers Bond “Betsalel”, want Joodse werknemers mochten vanaf dat moment geen lid meer zijn van een niet-Joodse organisatie.

Nadat de familie Turfkruijer bij de Joodse Raad was geregistreerd, werd hen als gezin op 19 Juli 1942 uitstel van deportatie verleend. Zij kregen het stempel “Diamantjuden”. Maar tijdens de grote razzia’s in Mei en Juni 1943 werden ook vele tot dan toe vrijgestelde “Diamantjuden” afgevoerd naar Westerbork en enkelen werden zelfs gedeporteerd. Rebecca en haar man Willem werden tijdens een in het geheim voorbereidde razzia op 20 Juni 1943 gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar Rebecca in barak 58 terecht kwam maar Willem (reden onbekend) in de strafbarak 67.

Een maand later, op 20 Juli 1943, werd alléén Rebecca uit het gezin Turfkruijer op transport gesteld; zij werd met de 19e  trein met meer dan 2200 anderen naar Sobibor gedeporteerd, waar zij bij aankomst op 23 Juli 1943 direct in de gaskamer werd vermoord. Er waren geen overlevenden.

Willem daarentegen bleef tot aan zijn deportatie naar Theresienstadt op 4 September 1944 in Westerbork. De beide dochters, de 13-jarige Marianne en de 10-jarige Jacqueline werden op 9 Mei 1944 alsnog binnengebracht in Westerbork en werden ondergebracht in barak 35, die bekend stond als “het weeshuis”. Wat via documenten uit het Amsterdamse Stadsarchief kon worden nagegaan, verbleven zij ook na de razzia van 20 Juni 1943 nog op de 3e etage van de Blasiusstraat nummer 11.

Vier maanden na de “hereniging” van vader en dochters in Westerbork werden zij op 4 September 1944 op transport gesteld naar Theresienstadt. Zij verbleven daar totdat zij in Februari 1945 werden toegevoegd aan een uitwisselingstransport naar Zwitserland, waar 437 Nederlandse Joden mee mochten, waaronder zich ook Willem Eduard Turfkruijer en zijn twee dochters Marianne en Jacqueline Clementina bevonden. Mede daardoor hebben zij de Holocaust overleefd en werden begin November 1945 naar Eindhoven gerepatrieerd en op 8 November 1945 geregistreerd op het adres 2e Jan Steenstraat 5 in Amsterdam.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Hartog Hillesum (1883); overgenomen delen Amsterdam voor Izaak Turfkruijer (1863); archiefkaarten van Rebecca Hillesum, Willem Eduard Turfkruijer, Marianne en Jacqueline Clementina Turfkruijer, Jacob van Collem (1892) en Maria van Collem (1920); woningkaarten Amsterdam/Ceintuurbaan 221 III en Blasiusstraat 11 III; ANDB ledenkaarten van Willem Eduard Turfkruijer en Rebecca Turfkruijer-Hillesum; ledenkaarten van de Belgische ADB voor Willem Eduard Turfkruijer en Rebecca Turfkruijer-Hillesum;  Felixarchief/ Antwerpse Vreemdelingen dossiers nrs. 16611 voor W.E. Turfkruijer en nr. 15108 voor Rebecca Hillesum; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Willem Eduard Turfkruijer, Rebecca Turfkruijer-Hillesum en Marianne en Jacqueline Clementina Turfkruijer; “Ondergang II” door J. Presser, pagina 223-227/Diamantjuden; Wikipedia website Joden transporten vanuit Nederland.nl/20 Juli 1943 en 4 September 1944 en betreft de repatriëring vanuit Zwitserland: L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, o.a. deel 8, pag. 708 en 783, deel 10b, pag. 1213 en 1215, deel 12, pag. 54 en 110 en de website én uit Ondergang deel II/o.a. pagina 498.

Alle rechten voorbehouden