Op de avond van Vrijdag 2 October 1942, ook wel “zwarte Vrijdag” genoemd, stond een autobus geparkeerd bij de synagoge op het Marktplein van Dedemsvaart. Een gedeelte van de Dedemsvaartse Joden moest daar om 19:00 uur aanwezig zijn voor vertrek. Een ander deel van de Dedemsvaartse Joden was reeds in de morgenuren van die dag per tram van de D.S.M. naar Zwolle vervoerd, om vandaar met de trein naar Westerbork te worden gebracht. De Duitse bezetter had op de spoorlijn Zwolle-Groningen een rechtstreekse aftakking naar Westerbork laten aanleggen.
Bij de autobus op het Marktplein was die avond ook een dienstdoende arts aanwezig voor het verlenen van medische bijstand. Annie Leman-Kroonenberg had enkele dagen tevoren een oproep ontvangen om zicht met haar beide kinderen te melden voor de zogenaamde “werkverruiming” in het Oosten. In werkelijkheid werden de Avereester Joden met deze bus naar Westerbork gebracht om van daaruit te worden gedeporteerd naar één van de vernietigingskampen. Haar man Abraham (Bram) Leman had zich al enkele weken eerder moeten melden en was al uit Dedemsvaart vertrokken.
Op die bewuste Vrijdagavond kwam een hevig geëmotioneerde Annie Leman bij haar buurvrouw, mevrouw Kwant. Ze bracht een commode en babykleertjes mee en verzocht mevrouw Kwant om voor haar jongste kind, het 10-maanden oude jongetje Meijer Leman, te willen zorgen. Mevrouw Kwant heeft hierin, zonder ook mar een moment te aarzelen, toegestemd en zie: “Laat het kind maar hier, ik zal wel voor hem zorgen”. Een moedig besluit!
Enkele ogenblikken later kwam de dienstdoende arts bij de familie Kwant. Hij zei: “Jullie kunnen dit kind niet houden, want Annie gilt op de Markt alles bij elkaar. Ik heb haar een kalmerende injectie gegeven. Jullie komen in de grootste problemen. Het is beter voor Annie, dat ook haar jongste kind meegaat”, of woorden van gelijke strekking. Het jongetje Leman is toen ook meegegaan……
Uit het kamp Westerbork kwam enige tijd later nog een briefje, afkomstig van Annie Leman en gericht aan de familie Kwant, met het verzoek of mevrouw Kwant een cake wilde bakken en versturen naar Westerbork. Dat heeft mevrouw Kwant nog gedaan.
Overgenomen uit het boek “De Joodse Gemeenschap van Avereest”, blz. 58 & 59, door Peter Makaske, uitgegeven in 1992 door Uitgeverij Servo, Adolph van Ansenlaan 16, 9451 GR Rolde (Drenthe). (ISBN 90-71918-44-0).