Verhaal

Over Sophia Hegt en haar zussen en broers.

Sophia Hegt, dochter van Alexander Hegt en Diena Katz, trouwde op 29 November 1928 in Rotterdam met Abraham van Rijs, een zoon van Isaac van Rijs en Heintje Bosboom. Het paar kreeg twee kinderen, die beiden samen met hun ouders in Sobibor werden vermoord. Maar Sophia had nog vijf zusters en broers, t.w. Sijbilla, Hester, Rachel Mientje, Michiel en Samuel, waarvan sommigen de Sjoa hebben overleefd. 

Hester en Rachel Mientje waren Sophia's ongehuwde zusters. Beiden woonden sinds 1936 in Rotterdam: op de Statenweg 53a, in de Delftsestraat 67b en als laatste adres woonden zij op de Hofstedelaan 20a in Rotterdam, van waar zij op 4 Augustus 1942 zijn afgevoerd naar Kamp Westerbork. Al drie dagen later, op 7 Augustus werden beiden naar Auschwitz gedeporteerd. Op grond van hun beider vastgestelde datum van overlijden van 30 September 1942 is het wel duidelijk dat zij bij aankomst in Auschwitz op 10 Augustus niet onmiddellijk zijn vermoord maar kennelijk nog zijn tewerkgesteld in het concentratiekamp, totdat zij zijn bezweken aan ontberingen en/of uiteindelijk om het leven werden gebracht.

Sophia’s zusje Sijbilla, die op 14 December 1908 in Rotterdam werd geboren, overleed op 1-jarige leeftijd op 2 Mei 1910. Van Sophia’s broer Samuel, die op 10 December 1912 in Rotterdam is geboren,  is bekend dat hij de oorlog heeft overleefd en op 27 Mei 1946 vanuit Rotterdam verhuisde naar de Jekerstraat 7 in Amsterdam.

Haar broer Michiel Hegt, geboren 20 Augustus 1900, was gehuwd op 18 Mei 1927 in Rotterdam met Rachel Knap, dochter van Salomon Knap en Simche IJsaksohn en in 1928 werd zijn dochter Diena geboren. Echter op 21 Februari 1930 eindigde zijn huwelijk in echtscheiding. Op 22 Maart 1939 is hij in Rotterdam opnieuw getrouwd met Maria Petronella Janssens, geboren op 27 Februari 1897 in Lier (Belgie).

Michiel heeft de Holocaust overleefd. Volgens gegevens van zijn registratiekaart van de Joodse Raad blijkt: Op 1 Januari 1944 werd hij in Kamp Westerbork geregistreerd en moest verblijven in barak 70. Vermoedelijk is Michiel begin April 1944 uit Westerbork ontslagen echter enkele weken later, op 21 April werd hij opnieuw in Westerbork binnengebracht en verbleef in barak 67. Op 25 Mei 1944 was Michel nog altijd in het kamp. Op Zondag 3 September 1944 werd hij gedeporteerd naar Auschwitz, (vermoedelijk als “strafgeval” (S). Bij dit laatste transport naar Auschwitz waren 1019 mensen, onder wie 95 kinderen, het slachtoffer. Ongeveer 470 mannen en vrouwen werden niet direct vergast, maar werden als dwangarbeiders gebruikt. (Bron G.Luijters, In Memoriam, p.787-807). Uit verdere aantekeningen op zijn kaart van de Joodse Raad is gebleken dat Michel Hegt de Sjoa heeft overleefd en op 25 Augustus 1945 via Odessa naar Nederland is gerepatrieerd.

Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Abraham van Rijs; Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Hester Hegt en Rachel Mientje Hegt, Rachel Knap en Michiel Hegt en Samuel Hegt; website www.wiewaswie.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Sophia van Rijs-Hegt, Hester Hegt, Rachel Mientje Hegt en Michiel Hegt.

 

Alle rechten voorbehouden