Irene Hellmann-Redlich, geboren in Moravië, was getrouwd met Paul Hellmann, de Oostenrijkse eigenaar van een textielfabriek, die kort voor de Tweede Wereldoorlog te Wenen overleed. Beiden speelden een bijzondere rol in het Weense culturele leven.
Paul Hellmann was een van de financiers van de Salzburger Festspiele. Daarnaast steunden Irene en Paul tal van kunstenaars en instellingen als de Wiener Werkstätte. Hun huis in Wenen en hun buitenhuis in Alt-Aussee bij Salzburg waren ontmoetingsplekken voor allerlei soorten kunstenaars. O.a. de auteur Hugo von Hofmannsthal, componist Richard Strauss en operazanger Friedrich Schorr behoorden tot hun vriendenkring. De briefwisseling tussen Hofmannsthal en Irene Hellmann is geboekstaafd door het Duitse Schillergesellschaft.
De Engelse politica Mary Agnes Hamilton schreef over Irene Hellmann in haar memoires Remembering my good friends (1944): ''Irene gathered to her everything that was most interesting in the artistic life of the most artistic city in Europe (...) She, with her triangular face, black hair, and immense, wide-apart grey-blue eyes, had a Slav beauty, and the style that one then saw in greater perfection in Vienna even than in Paris.'
In 1939 nam Irene Hellmann de wijk naar haar oudste zoon Bernhard, die al geruime tijd in Rotterdam woonde. Tijdens de bezetting woonde Irene enige tijd in Bilthoven. Daarna dook zij onder in Amsterdam, waar zij als gevolg van verraad in handen viel van de Duitsers. Irene werd in Auschwitz vermoord. Haar zoon Bernhard werd in Sobibor omgebracht. Irene's schoondochter en kleinkind overleefden de oorlog.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Biografie