Dochter Kaatje die nog steeds in kamp Westerbork is hoort dat haar naam op de lijst staat voor transport. Er gingen allerlei geruchten. Riga en Lublin werden genoemd. Van de daadwerkelijke bestemming Sobibor had nog nooit iemand gehoord. Zij gaat met transport 64 van Westerbork op 18 mei 1943 naar Sobibor waar de aankomst 21 mei 1943 is. Die zelfde dag wordt zij vergast.