Verhaal

Over één van de Kozel-kampen: Seibersdorf

Uit "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" deel 8 door Dr. L. de Jong.

Een deel van de tekst van blz. 223 uit deel 8 van het standaardwerk van Dr. L. de Jong: omstandigheden in het dwangarbeiderskamp Seibersdorf, gelegen in het zuiden van Polen bij de Tjechische grens:

In Seibersdorf moest, evenals in Bobrek, een nieuw kamp gebouwd worden. 'Overdag', aldus een lid van de Kosel-groep, 'moesten wij aan de spoorbaan werken en 's avonds aan de opbouw van het kamp. Water was er haast niet. De mensen' (uit Westerbork ca. driehonderddertig) 'stierven er als ratten .... De bevolking van Seibersdorf was overigens heel goed voor ons. De doden werden door onze eigen jongens begraven en als we naar de begraafplaats liepen, was de hele weg bezaaid met brood en kaas.'? 'De spoorbeambten', aldus een tweede, 'droegen revolvers; er waren enkele goeden onder hen, maar de meesten waren bandieten. Als de jongens niet goed genoeg naar hun zin werkten, werden ze doodgeschopt of doodgeslagen."

DOWNLOAD de hele pagina 223 in PDF op uw eigen computer uit “Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 8 door Dr. L. de Jong over de zogenaamde “Kosel/Kozel kampen”, door op deze link te klikken.

Lees óók het onderzoek over dit dwangarbeiderskamp van één van de gebruikers van deze website, "Het Raadsel Seibersdorf".

Alle rechten voorbehouden