Verhaal

Mozes van Beseme Opgepakt bij razzia op zaterdag 22-02-1941

Mozes van Beseme

Rotterdam 01.10.1905 - Buchenwald 13.04.1941

Nieuwe Kerkstraat 155-I

koopman in oud ijzer

Mozes van Beseme werd geboren in een groot, arm gezin. Acht van de zestien kinderen die moeder Rosette Baske ter wereld bracht, werden niet ouder dan een jaar. Vader Ezechiel van Beseme kon met zijn werk als handelaar in oud ijzer zijn gezin nauwelijks onderhouden. Hij woonde met zijn vrouw en kinderen in oude, arme Jodenbuurten in afwisselend in Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen. Het is niet onwaarschijnlijk dat ze vanwege een huurachterstand enkele malen uit hun huis zijn gezet en om die reden hun heil elders zochten.

Mozes was het tiende kind dat geboren werd. Hoeveel onderwijs hij genoten heeft, is niet bekend. Net als zijn broers Nathan, Juda en Emanuel trad hij in de voetsporen van zijn vader Ezechiel en werd koopman. Het ligt voor de hand dat de jongens hun vader vanaf zeer jonge leeftijd hebben bijgestaan in het venten. Mozes stond vanaf juni 1932 van maandag tot en met vrijdag met ijzerwaren op de markt aan de Zwanenburgwal. Ook zijn zussen gingen al vroeg werken om te kunnen bijdragen aan het gezinsinkomen. Rachel, Sara en Schoontje werden fabrieksarbeidsters.

Mozes bleef vrijgezel. Eind jaren dertig woonde hij een tijdje op zichzelf in Rotterdam. Terug in Amsterdam, vanaf november 1940, trok hij weer in bij zijn ouders, in de Weesperstraat 26. Ook woonde hij enige weken bij zijn zus Rachel in het buurhuis, Weesperstraat 28-II. Op 27 januari 1941 ging hij op kamers bij Aäron Overste in de Nieuwe Kerkstraat 155-I.

Tijdens de razzia van 22 februari 1941 werden Mozes en zijn zwager Louis Worms, die getrouwd was met Rachel, opgepakt. Diezelfde dag werden ze net als honderden anderen in open vrachtwagens afgevoerd naar kamp Schoorl. Een paar dagen later, op 28 februari, werd de groep met de trein naar Buchenwald gedeporteerd. Zes weken later overleed Mozes,
35 jaar oud. Als ‘officiële’ doodsoorzaak werd ‘hartfalen bij linkszijdige longontsteking’ opgegeven. Vier maanden later, op
6 augustus, werd de naar Nederland overgebrachte urn met zijn as bijgezet op de Joodse begraafplaats in Diemen. Zijn weinige bezittingen werden via de Sicherheitsdienst in Düsseldorf naar zijn vader gestuurd, die hiervoor een ontvangstbevestiging moest tekenen. De kosten van verzending werden afgetrokken van het bedrag dat Mozes nog op zijn geldkaart had staan.

Mozes’ ouders, drie broers en drie zussen werden eveneens in vernietigingskampen van de naziʼs omgebracht. De enige die de oorlog wellicht overleefd heeft, was zijn broer Levie. Hij was zeeman en vertrok in 1915 naar Stapleton in Engeland. Waar hij zich vervolgens heeft gevestigd, is niet bekend.

Mozes van Beseme, foto van zijn marktkaart.
Stadsarchief Amsterdam 
Mozes van Beseme kwam om het leven in Buchenwald. Zijn weinige bezittingen werden via de Sicherheitsdienst in Düsseldorf naar zijn vader in Amsterdam gestuurd. Die moest een ontvangstbevestiging tekenen. De kosten van verzending werden afgetrokken van het geld dat Mozes nog op zijn geldkaart had staan. Arolsen Archives
Historisch onderzoek gedaan en verhaal geschreven door Wally de Lang