Verhaal

Henriette Hester Davidson - de Vries

een korte biografie

Henriette is geboren in Leeuwarden en de dochter van Daniel de Vries, koopman,  geboren in Leeuwarden en Elizabeth Hijmans,  geboren in Tiel.

Het gezin bestond uit 3 kinderen, Izak (1882), Hijmans (1883) en Henriette (1886).

Henriette doorloopt de HBS.  Een vervolgopleiding is niet voor haar weggelegd want er is slechts voor 1 kind geld beschikbaar en dat is voor de oudste zoon , Izak, die geneeskunde is gaan studeren en afgestudeerd arts is geworden.

 Henriette trouwt op 10 juni 1914 te Leeuwarden met Maurits Davidson.

Haar huwelijkspartner heeft ze naar alle waarschijnlijkheid ontmoet tijdens georganiseerde ontmoetingen in de synagoog van Leeuwarden daar was immers de grootste kans op het vinden van een huwelijkspartner.

 Het echtpaar verhuist naar de Nieuwe Hoogstraat 32 in Amsterdam.  Op dit adres wordt ook hun zoon Leendert (1915) geboren. Na een aantal jaren in Amsterdam te hebben gewoond vertrekt het gezin op 27 maart 1927 naar Den Haag.

Tijdens haar huwelijk is Henriette huisvrouw, zij houdt erg van borduren in het bijzonder Engels borduurwerk, opengewerkt witwerk.

Het gezin gaat wonen op de Laan van Meerdervoort 264. Leendert gaat naar het gymnasium Haganum. 

Later verhuist het gezin naar de Nieuwe Parklaan 96 en als laatste naar de Gevers Deynootweg 47 in Scheveningen.

De familie bezocht de orthodoxe synagoge in Den Haag.

Tijdens de WOII wordt haar man opgenomen in de Ramaerkliniek (1942) . Hij was overspannen geraakt omdat hun zoon Leendert een oproep had gekregen van de Duitse bezetter om zich te melden.

In 1942 woonde het gezin op de Gevers Deynootweg 47 in Scheveningen. Aan het einde van 1942 besluit de bezetter om de Atlantikwall aan te leggen. Hiermee willen zij zich beschermen tegen de geallieerden die vanuit zee Nederland zouden kunnen bereiken en beschieten.

Het huis van het gezin valt in deze zone en zij moeten hun huis uit.

Zij gaan tijdelijk in een hotel in Scheveningen wonen. Op stel en sprong moet de inboedel ergens ondergebracht worden. Wat gered kon worden wordt bij verschillende mensen ondergebracht, de rest wordt door de Duitsers in beslag genomen.

De inboedel wordt bij de volgende mensen ondergebracht.

Bij de kleermaker van Maurits wordt een hutkoffer ondergebracht.

Bij de slager wordt het zilver ondergebracht.

Juwelen, zilver, briljanten en ringen worden bij een tandarts ondergebracht.  De tandarts heeft, zo bleek later, van de ondergebrachte spullen het een en ander verkocht omdat hij vond dat hij daar recht op had.

 Ook Henriette moet onderduiken en zij heeft dat op verschillende adressen gedaan.

Haar eerste onderduikadres was in de Bankastraat in Den Haag, daarna is zij naar de Weissenbruchstraat in Den Haag gegaan (bij maison Kelder, patisserie).  Haar derde en laatste onderduikadres is de Ieplaan 58 te Den Haag waar zij met een aantal andere mensen ondergedoken heeft gezeten bij de familie Perizonius.

 Daar op de Ieplaan is zij verraden en door de Duitsers uit het huis gehaald en gearresteerd,  Haar zoon Leendert was op dat moment op weg naar haar toe maar werd onderweg gewaarschuwd dat er een razzia gaande was op de Ieplaan 58.

 Op 24 augustus 1943 is Henriette weggevoerd van de Ieplaan, waarna zij volgens de kaart van de Joodsche Raad op 2 september 1943 binnen is gebracht in Westerbork en daar geplaatst in barak 67.  Dit was éen van de drie strafbarakken (nummer 65, 66 en 67) in het concentratiekamp met een nog zwaarder regime.  Bewoners van deze barakken waren veelal gepakte onderduikers.

Henriette is op 7 september 1943 op transport gezet naar het concentratiekamp Auschwitz waar zij, na aankomst op 9 september, op 10 september 1943 is vermoord. 

Dit was 17 dagen nadat zij is verraden.

 

Bron: geschreven door een nabestaande van Henriette Hester Davidson - de Vries en aangevuld met enige gegevens van de kaart uit de  cartotheek van de Joodse Raad.

Alle rechten voorbehouden