Verhaal

De oorlog overleefd door te dansen voor de duivel

SS-baas had zwak voor Catharina Frank-Brücker

Zijn moeder maakte indruk op SS-baas Adolf Eichmann tijdens een cabaretvoorstelling in Westerbork. Zo ontsnapte ze aan de dood, samen met haar in het kamp geboren baby Clarence. De nu 78-jarige zoon vertelt voor het eerst zijn verhaal.

Het levenslicht zien op een plek waar zo veel verdriet en verderf is. Voor Clarence, nu 78, ligt het nog altijd gevoelig. Hij heeft de geschiedenis daarom ook lange tijd weggestopt. ,,Ik heb het kastje dichtgedaan en de sleutel weggegooid.’’

Maar nu wil hij praten. Het is een weloverwogen beslissing en hij is er kalm onder. ,,Het is ook een te bijzonder verhaal om te verzwijgen.’’ Bovendien ziet hij het als een eerbetoon aan zijn inmiddels overleden moeder. ,,Ik doe het voor haar.’’

Clarence heeft zich grondig voorbereid op het gesprek. Als baby heeft hij uiteraard weinig meegekregen van zijn opmerkelijke eerste levensjaren en met zijn moeder sprak hij later amper over de oorlogsjaren. ,,Ik wist dat ik haar te veel pijn deed.’’

Archief
Hij ging op onderzoek uit en is vooral veel te weten gekomen via een getuigenis (uit 1998) van Catherina voor een archief met meer dan 53.000 verhalen van Holocaustoverlevenden. Dit archief was een idee van de Joods-Amerikaanse filmregisseur Steven Spielberg. Het transcript van de getuigenis – hij heeft het bij zich in een aktetas tijdens het interview – is de belangrijkste bron voor het relaas van Clarence.

Catharina Brücker werd in 1917 geboren in Rotterdam. Ze groeide op als oudste in een familie met vier kinderen, met twee zussen en een broer. Haar moeder was Nederlandse, haar vader werd geboren in Roemenië. Haar ouders waren allebei Joods, maar niet gelovig. ,,Mijn moeder zei dan ook altijd: ik geloof het alleen als ik het kan zien”, zegt Clarence. Hij begint te glimmen van trots. ,,Dat vond ik zo leuk aan haar.”

Catharina ging van haar 6de tot haar 20ste naar een dansschool. Ze leerde ballet, tapdans en tango. Thuis was een fijne, warme plek waar veel werd gelachen. Geldzorgen had de familie niet, want de zaak van Catharina’s vader liep goed. Hij werkte als kleermaker en maakte damespakken en jassen voor grote modehuizen in Rotterdam. Binnen een mum van tijd had hij meerdere winkels in de stad en hielp de hele familie mee. Clarence: ,,Mijn moeder had een prachtige jeugd.’’ 

Hij neemt een slok van zijn koffie en zoekt in de tas een foto van haar. ,,Kijk, zo zag ze eruit. Mooi hè?” Clarence omschrijft zijn moeder als intelligent. Een vrouw die graag op de voorgrond treedt en mensen aan het lachen maakt. In 1939 trouwde ze met Jacques Frank (geen familie van Anne Frank), met wie ze in Rotterdam ging wonen. Haar man aanbad haar. ,,Als er ergens een plas water lag, bij wijze van spreken, pakte hij haar op en droeg haar over die plas. Het was haar grote liefde.”

Opgepakt
Aan het begin van de oorlog merkten ze nog weinig van het opkomende antisemitisme in Nederland. ,,De Duitsers pakten het heel slim aan”, zegt Clarence. ,,Eerst werd je fiets ingepikt, dan moest je een ster dragen, dan mocht je niet meer met de trein, toen niet meer naar het theater en de film, en ga zo maar door. Elke keer waren er meer beperkingen.” Hij valt even stil. ,,Mijn moeder vond dat erg, maar ze realiseerde zich nog niet wat haar te wachten stond. Ook wist ze niet wat er echt gebeurde. De Joden dachten dat ze naar werkkampen werden gestuurd, omdat dat ook gezegd werd. Ze wisten niet dat ze vermoord zouden worden.” 

In de zomer van 42 gingen ze, in volledige onwetendheid, op bezoek bij de ouders van Jacques, die woonden aan de Bergselaan in Rotterdam. Catharina, destijds 24 jaar oud en vijf maanden zwanger van Clarence, kwam direct uit haar werk. Ze was verpleegster in het Joodse ziekenhuis. Ze hadden elkaar net gegroet, toen plots de Duitsers het huis binnenvielen. Ze namen zonder wat te zeggen het hele gezin Frank mee, naar – bleek later – de Hollandse Schouwburg in Amsterdam. Daar wachtten honderden andere Joden hen op. 

Doodsangsten
Je zou denken dat ze doodsangsten uitstonden, Catharina en Jacques, niet wetende wat er ging gebeuren. Maar Jacques gaf er een optimistische draai aan. Clarence: ,,We zijn allebei jong, had Jacques gezegd. Ze sturen ons misschien naar een werkkamp, maar dat zullen we overleven. En als ze ons naar Polen sturen, ontsnappen we.”

De inval was onderdeel van een van de vele razzia’s die door de nazi’s werden georganiseerd. Catharina en Jacques gingen naar Westerbork, een doorgangskamp voor concentratiekampen als Sobibór en Auschwitz. Na zes weken werden ze bevrijd. Haar vader had de Duitsers omgekocht met sieraden van haar moeder. ,,Het ging om veel geld, meer dan 100.000 gulden”, zegt Clarence. ,,Ook liet hij valse papieren zien waarop stond dat ze niet-Joods waren.”

Terug naar hun huis in Rotterdam konden Catharina en Jacques niet meer, dus trokken ze in bij mensen in Amsterdam die niet- Joods waren. Na enkele weken werden ze daar verraden. Clarence weet niet door wie, maar het had wel tot gevolg dat Catharina en Jacques voor de tweede keer naar Westerbork moesten.

Strafbarak
Jacques belandde bij aankomst meteen in een strafbarak. Normaal gesproken ging je dan meteen op de trein naar Sobibór, maar Jacques mocht blijven omdat zijn vrouw hoogzwanger was. De Duitsers stonden het toe dat hij zijn zoon Clarence geboren zag worden op 1 mei 1943. Ook kreeg hij nog drie weken tijd met hem. Maar daarna was het genoeg: op 25 mei 1943 werd hij op transport gezet naar Sobibór, drie dagen later werd hij vermoord.

Het was de laatste keer dat Catharina haar man zou zien, maar dat wist ze toen nog niet. Ze was, net zoals Jacques, in de veronderstelling dat hij naar een werkkamp werd gestuurd. ‘We zijn gezonde mensen en als God het wil, zien we elkaar na de oorlog gezond en wel weer terug’, schreef Jacques in een laatste brief aan haar.

Cabaret
Het leven in Westerbork ging door. Clarence was vier maanden oud, toen werd begonnen met cabaret, toegestaan door kampcommandant Gemmeker. Catharina werd gevraagd om mee te spelen, omdat ze vroeger had gedanst en amateurcabaret had gespeeld. Ze was niet de enige, onder de cabaretleden bevonden zich Duits-Joodse grootheden, zoals de componisten Willy Rosen en Erich Ziegler.

Catharina wilde niets liever dan spelen in het cabaret. Het betekende dat ze nog niet op transport hoefde naar een van de concentratiekampen. Elke week ging er namelijk vanaf Westerbork een trein richting Sobibór en Auschwitz. ,,Mijn moeder wist dat ze niet op de trein hoefde, zolang ze in het cabaret speelde”, zegt Clarence. Elke dinsdagavond was er een optreden. Het publiek bestond voornamelijk uit Duitse militairen, maar ook Joden mochten erbij aanwezig zijn. Gemmeker zat altijd vooraan, samen met andere Duitse SS-officieren.

Een van die dinsdagavonden zou een extra betekenis krijgen in het leven van Catherina en Clarence. Westerbork kreeg ‘hoog bezoek’ van Adolf Eichmann, de SS-officier die te boek staat als de architect van de Holocaust. Hij was in Westerbork om transporten te regelen naar Sobibór en Auschwitz. 

Clarence schraapt zijn keel. ,,Mijn moeder speelde die avond een scène waarin ze samen met andere meisjes een liedje zingt over het krijgen van kinderen. Op een gegeven moment zegt een van de meisjes dat ze wel weet hoe je baby’s krijgt. Waarop mijn moeder sarcastisch antwoordt: ik weet dat niet hoor. En toen begon iedereen te lachen, omdat ze net een baby had gekregen.”

Eichmann vroeg aan Gemmeker waarom iedereen toch zo hard moest lachen. ,,Hij vertelde dat mijn moeder net een kind had gekregen. Waarop Eichmann ook in de lach schoot.” 

De hilarische scène met Catharina bleef kennelijk hangen in het hoofd van Eichmann. Dat bleek een dag later, toen iedereen die voor langere tijd in Westerbork was zich moest melden met de identiteitsdocumenten. Eichmann was daarbij aanwezig en nog voordat Catharina aan de beurt was bij de controle kruiste haar blik die van de SS’er. De Duitser sprak haar aan met de woorden: ,,Ik zag je gisteren op het podium.” 

Mooie Joodse vrouw
Clarence vertelt dat zijn moeder het idee had dat hij haar wel zag zitten. ,,Ze had sterk het idee dat Eichmann geen antisemiet was als hij een mooie Joodse vrouw zag.” Die gedachte werd nog eens versterkt door een tweede reactie van Eichmann toen Catharina haar papieren overhandigde. ,,Ik kan je niet vrijlaten, maar ik zal je naar Theresienstadt sturen en je kunt daar blijven tot aan het einde van de oorlog.” 

Hij kwam die belofte na. Ze vertrok op 26 februari 1944, met het laatste transport vanaf Westerbork, samen met de andere leden van het cabaret. Theresienstadt was eerst een vestingstad in Tsjechië, maar veranderde in 1941 in een getto voor Joden en vervolgens in een concentratiekamp. Het kamp werd, net als Westerbork, een doorgangskamp voor Joden die naar vernietigingskampen werden gestuurd. Al snel maakte de niet-Joodse bevolking in de stad plaats voor tienduizenden Joden en werden mannen en vrouwen van elkaar gescheiden.

Clarence was nog maar een baby, maar met de kennis die hij later opdeed, omschrijft hij Theresienstadt als een kamp dat is opgezet om de wereld te laten geloven dat Hitler een plek voor Joden had gecreëerd. Ook leefden er veel kinderen in het Tsjechische kamp, in totaal meer dan tienduizend. Volgens Clarence hebben slechts honderden het overleefd. ,,De meeste kinderen gingen direct door naar de vernietigingskampen.” 

Clarence niet, hij had geluk en bleef met z’n moeder in het kamp. Maar, het scheelde niet veel of hij ging ten onder aan de barre omstandigheden. Hij sliep samen met zijn moeder in een van de barakken op zolder, waar het tochtte en ijskoud was. Als baby liep hij daardoor drie keer longontsteking op.

Schilderij
Door een samenloop van omstandigheden zouden de wegen van Catharina en Clarence en Eichmann elkaar weer kruisen. De officier kwam naar Theresienstadt toen de Deense regering eiste dat het Rode Kruis toegang kreeg tot het kamp. Daarop veranderden de nazi’s het deel waar het Rode Kruis langs zou komen in een ‘normale stad’. Ze vernieuwden de straten en hingen nieuwe schilderijen op in de nazigebouwen. 

Ook de overbevolking moest worden geheimgehouden voor het Rode Kruis. Dat betekende dat een deel van de Joden weg moest. Van Eichmann kregen daarom alle vrouwen de mogelijkheid ‘naar hun echtgenoot te gaan’ in het werkkamp. Het was een list, uiteraard. Velen van hen deden het niettemin, maar Catharina niet. Ze herinnerde zich de woorden van Jacques, die altijd zei dat ze niets vrijwillig moest doen. Clarence: ,,Bovendien geloofde ze Eichmann niet, en dat is maar goed ook, want deze vrouwen werden allemaal vergast in Auschwitz.”

Een Tsjechische kunstenares in het kamp werd aangewezen om schilderijen te maken die de nazigebouwen moesten voorzien van fleurigheid. Ze vroeg Catharina om te poseren als danseres. ,,Ze wilde eerst flamencodanseressen schilderen, maar vond dat lastiger dan gedacht”, zegt Clarence. ,,Toen m’n moeder een pose aannam, zei ze meteen: ja, dit wil ik!” Ook maakte de kunstenares een schilderij van hem als baby.

Terwijl Eichmann zijn ronde deed door een van de gebouwen, zag hij het schilderij van Catharina hangen. Er ontstond discussie. ,,Ik ken die vrouw”, zei Eichmann. ,,Het is een Jodin uit Nederland”, zei iemand anders. Eichmann mompelde iets. De volgende dag moest Catharina met haar papieren naar de kantoren komen waar alsnog haar deportatie werd voorbereid. Nu was het aan Catharina om een list te verzinnen. Ze ging expres in de rij staan waar Eichmann aan het hoofd stond. Het was een keuze die het leven van haar en haar zoon verder zou bepalen. ,,Had ze dat niet gedaan, dan had ze het waarschijnlijk niet overleefd”, zegt Clarence. 

Clarence probeert het historische moment zo helder mogelijk te schetsen aan de hand van de getuigenis. Catharina kwam steeds dichterbij, tot ze voor hem stond. Eichmann zei: ,,Ik ken jou.’’ Catharina antwoordde: ,,Herr Hauptsturmführer, Sie haben eine kolossale Gedächtnis’’ (Meneer de officier, u heeft een ongelofelijk goed geheugen, red.). Eichmann: ,,Is er nog iets wat ik voor u kan doen?’’ Catharina: ,,Mijn zoon heeft al drie keer longontsteking gehad en het is koud op de plek waar we nu slapen.’’ Eichmann: ,,Wat kan ik daarmee?’’ Catharina: ,,Ik zou graag een kamer in een van de huizen willen hebben.’’ Eichmann draaide zich om en zei tegen een van zijn ondergeschikten: ,,Zorg dat mevrouw Frank in een van de huizen terechtkomt.’’ 

Clarence: ,,In een van die huizen hadden we een eigen kamer. Het was klein, maar het was een kamer met een bed. Mijn moeder was de huisvrouw. Ze zorgde voor de Duitse jongens die ook in het huis woonden.”

Dubbele portie
Het privévertrek dat Eichmann gaf en de hulp van het Rode Kruis heeft uiteindelijk ons leven gered, zegt Clarence. ,,We kregen voedselpakketten met boter, suiker, crackers en ander voedsel in blik. En kinderen kregen een dubbele portie. In 1944 was er hongersnood, maar mijn moeder heeft nooit honger gehad.” Ze besefte toen nog niet dat ze het goed had, vergeleken met de andere Joden in het kamp. ,,Dat kwam pas later. Mijn moeder dacht op dat moment echt dat ze aan het vechten was.”

Na de bevrijding van Theresienstadt op 8 mei 1945 werd Catharina door Amerikaanse militairen teruggevlogen naar huis. Haar broer regelde een huis in Schiedam. Daarna begon ze te werken als salesmanager bij een groot modewarenhuis van een Joodse man die ze had leren kennen in Theresienstadt. Hij was in het Tsjechische kamp de baas over de wasserij. Hij had tegen haar gezegd: ,,Als je na de oorlog werk nodig hebt, kom je maar naar mij.” 

Catharina hertrouwde met Bertie van den Berg. Ook Clarence kreeg zijn naam. ,,Mijn moeder wilde dat, omdat ik dan uiteindelijk zijn zaak over kon nemen”, zegt hij vrij laconiek. ,,Ik vond dat eerst prima. Toen ik ouder werd, begon ik dat lastiger te vinden.” 

Ze werkte hard, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Hierdoor was er geen tijd om voor Clarence te zorgen. Hij verbleef continu in pleeggezinnen en op kostscholen. ,,Ik ben alles van die tijd vergeten. Ik kan me niet één naam van die jongens herinneren met wie ik op school heb gezeten. Ik denk dat ik een groot deel van mijn jeugd heb verdrongen. Als je elke keer ergens wordt weggehaald, ga je je op een gegeven moment niet meer hechten. Het had toch geen zin.’’

Maar kwalijk neemt hij het z’n moeder niet. ,,Nee, ik ben gek op haar en zal dat altijd blijven. Ze vond ook maar een manier om met de oorlog om te gaan.” Catharina overleed op 28 oktober 2001 aan leukemie.

Therapie
Clarence ging na zijn schooltijd aan het werk in de groente- en fruitsector, maar de oorlog bleef hem achtervolgen. Zo heeft hij de dood van zijn vader jarenlang ontkend. ,,Ik heb altijd gedacht: stel je voor dat hij niet dood is? Ik wilde dat geloven. Alleen toen ik zijn naam zag staan in een boek met alle doden van Sobibór, kon ik niet meer terug. Ja, dat was pijnlijk. Maar hoe ik me op dat moment echt voelde, weet ik niet meer.” 

Hij ging in therapie vanwege zijn traumatische jeugdervaringen. Hij vroeg weleens aan zijn therapeut hoe het kan dat hij zoveel last heeft van de oorlog ondanks dat hij deze maar twee jaar heeft meegemaakt. Waarop ze antwoordde: ,,Je moeder heeft een goede jeugd gehad en heeft haar leven na de oorlog weer kunnen oppakken. Jij niet. Jij hebt je nooit op een gezonde manier kunnen hechten.” Samen met de oorlogs- ervaringen in zijn prilste jeugd heeft dit zijn leven ontregeld.

Clarence is twee keer getrouwd en twee keer gescheiden. Hoe de naweeën van de oorlog nu zijn? ,,Ik heb vaak het gevoel dat ik de gifbeker leeg moet drinken. Ik heb drie auto-ongelukken gehad en bij twee had ik echt dood moeten zijn. Ik heb zoals ik al zei veel last van de oorlog, ik slaap er slecht van. Ik droom vaak dat ik verdwaald ben. Maar in therapie ga ik nooit meer. Ik vond dat heel vervelend. Ik hoef die zwarte gaten niet meer op te vullen.”

De man die zijn leven redde, Adolf Eichmann, verafschuwt hij. De SS-officier werd voor zijn oorlogsmisdaden ter dood veroordeeld en is in 1962 opgehangen in Israël. ,,Als ze mij hadden gevraagd of ik op het knopje wilde drukken waardoor hij in het gat viel, had ik dat heel graag gedaan. Mijn moeder zei ook altijd dat ze hem met liefde had omgebracht.”

Clarence: ,,Ik ben Eichmann voor niets dankbaar. Wat die man heeft gedaan, is krankzinnig. En soms, in periodes dat het niet zo lekker gaat, denk ik wel eens: had me maar niet gered, lul!” 

Bron: https://www.ad.nl/binnenland/de-oorlog-overleefd-door-te-dansen-voor-de-duivel-ss-baas-had-zwak-voor-catharina~a692226c/

 

 

Alle rechten voorbehouden