Verhaal

Gedeporteerde patiënten Apeldoornsche Bosch

Apeldoorn-Auschwitz 22-24 januari 1943

Door: John Stienen

Prentbriefkaart met luchtfoto van het hoofdgebouw van het Apeldoornsche Bosch, 1930 Collectie Joods Museum, F001678.

Deze pagina is een aanvulling op de pagina De ontruiming van het Apeldoornsche Bosch

De namen die aan dit verhaal zijn gelinkt zijn de namen van personen die op de naoorlogse reconstructielijsten voorkomen, of van wie om een andere reden mag worden aangenomen dat ze op 22 januari 1943 bij de ontruiming van de Joodse psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch als patiënt van (of uit Westerbork overgeplaatste ingeschrevene) zijn afgevoerd naar Auschwitz. Bij de reconstructie bleek dat ook incidenteel inwoners van Apeldoorn (en vermoedelijk een vrouwelijk personeelslid) die zich in de ziekenboeg bevonden met dit transport zijn gedeporteerd.

Om niet teveel argwaan te wekken (waarom zouden immers mensen met een beperking naar het oosten worden gestuurd? Om te werken?) werden ook 50 personeelsleden met het transport meegestuurd, in een aparte wagon – om de schijn op te houden dat de patiënten werden verhuisd. 

Van de 1.080 patiënten op dit transport is van slechts twee personen bekend dat ze bij aankomst in Auschwitz zijn geselecteerd voor dwangarbeid: Elias Peereboom en Kurt Röhmann. Zij waren er vermoedelijk in geslaagd zich voor te doen als personeel. Kurt Röhmann was weliswaar ‘patiënt’, maar hij werkte als tandarts in de instelling.

Alle andere patiënten worden dus verondersteld uiterlijk op 24 januari 1943 – de dag van aankomst van het transport – te zijn overleden. Als officiële overlijdensdatum wordt een etmaal na aankomst in Auschwitz-Birkenau aangehouden, dus 25 januari 1943.

Er is aanvullend onderzoek gedaan naar vijf personen die als vermist golden nadat ze op 6 december 1942 of op 17 januari 1943 van Westerbork naar Het Apeldoornsche Bosch waren gebracht:

Ook was niet helemaal duidelijk wat er was gebeurd met de Roemeen Josef Grossmann (Boekarest, 05-06-1909), van wie bekend was dat hij in december 1942 nog in de instelling verbleef, maar van wie de naam voor leek te komen op een naoorlogse repatriëringslijst naar Roemenië. Een nadere analyse van alle in Nederland verblijvende Roemenen, van wie een deel voorkomt op het Rumänentransport van 5 april 1944, bracht aan het licht dat alle overige Roemenen die een aantekening hadden 'Repatriëring naar Roemenië' en/of 'Expolijst 24.8.43' ofwel vermoord zijn, ofwel gerepatrieerd zijn (naar Nederland, welteverstaan).

Bronnen: