Verhaal

In Memoriam

Samuel Meijer is de zoon uit het huwelijk van slager Benjamin Meijer en Klaartje van Baale. Naast Samuel krijgt het echtpaar nog drie kinderen: Juda, Catharina en Hanna. Hanna sterft als baby, Samuel heeft haar nooit gekend. Catharina en Juda worden gedurende de oorlog in vernietigingskampen omgebracht.

De vader van Samuel overlijdt in 1941 in zijn woonplaats Amsterdam, zijn moeder blijft alleen achter en wordt in maart 1943 in Sobibor omgebracht.

Samuel groeit de eerste drie jaar van zijn leven op in zijn geboorteplaats Harderwijk. In mei 1904 verhuist het gezin naar Amsterdam.

In 1920 wordt Samuel geregistreerd in het militieregister. Omdat zijn oudere broer Juda een paar jaar eerder al is opgeroepen voor de dienstplicht, hoeft Samuel niet het leger in (‘broederdienst’).

In december 1920 komt Samuel als aspirant-leerling in dienst van het Apeldoornsche Bosch. Zijn aanvangssalaris als inwonend personeelslid bedraagt 300 gulden (nu: € 1.786,-) per jaar. In maart 1921 neemt hij ontslag en keert hij terug naar Amsterdam. Op zijn personeelskaart van het Apeldoornsche Bosch staat: ‘vertrekt naar Bijenkorf, Amsterdam’.

In oktober 1922 verlaat hij Amsterdam en vestigt zich opnieuw in Apeldoorn. Hij wordt nu geregistreerd als verpleger in het Apeldoornsche Bosch. Zijn personeelskaart laat echter een iets afwijkend beeld zien, hier wordt hij per eerdergenoemde datum aspirant-leerling genoemd. Zijn aanvangssalaris als inwonend personeelslid bedraagt 450 gulden (nu: € 3.472,-) per jaar.

In mei 1923 behaalt Samuel het eerste deel van zijn examen en in november 1925 rondt hij het derde, en daarmee laatste deel van zijn opleiding af. Zijn salaris is ondertussen in stappen gestegen tot 600 gulden per jaar. Samuel blijft in dienst bij het Apeldoornsche Bosch, en gaat volgens de personeelskaart in maart 1927 buiten het terrein wonen. Het betreft de Zutphensestraat 113, tegenover de inrichting, waar hij een kamer huurt (het bevolkingsregister noemt wel de adreswijziging, maar geen verhuisdatum).

Helena Willemina van Essen is de dochter uit het huwelijk van vleeschhouwer David van Essen en Saartje (Sara) Zuidema. De geboorteakte bevat een opvallendheid: de vader van Helena Willemina en de twee eveneens Joodse getuigen komen wel naar het stadhuis om aangifte te doen, maar omdat het die dag sabbat is willen ze de geboorteakte niet ondertekenen.

Naast Helena Willemina krijgt het echtpaar nog een dochter en twee zonen: Liena (Lina), Levie (Louis) en Salomon. De ouders van Helena Willemina en haar broer Salomon wonen gedurende de oorlog eveneens in Apeldoorn en worden in 1943 in Auschwitz omgebracht. Lina en Levie overleven de oorlog en overlijden respectievelijk in 1989 en 1983.

Helena Willemina groeit op in haar geboorteplaats Ommen. Op elfjarige leeftijd, in de zomer van 1913, verhuist Helena Willemina met het gezin naar Enschede. Op onbekende datum komt ze naar Apeldoorn.

In augustus 1925 verlaat Helena Willemina Apeldoorn en vestigt zich in Amsterdam, waar ze gaat werken als leerling-verpleegster in het Nederlands Israëlitisch Oude Mannen en Vrouwen Ziekenhuis, aan de Nieuwe Kerkstraat 135. In april 1926 begint ze in dezelfde functie bij de eveneens Amsterdamse zorginstelling ‘de Joodse Invalide’, die dat jaar een ander pand betrekt om een groter aantal patiënten te kunnen huisvesten.

Helena Willemina verlaat al na zeven maanden deze zorginstelling en keert terug naar Apeldoorn. Op dat moment zijn zowel Helena Willemina als haar latere man Samuel in dienst bij het Apeldoornsche Bosch.

Op 24 november 1927 worden Samuel en Helena Willemina met elkaar in de echt verbonden; hij is dan 26 jaar oud en zij een jaar jonger. De plechtigheid vindt plaats in Apeldoorn. Het echtpaar gaat wonen aan de Osseveldweg, in het huis met nummer 37 (Erica 1928). Het stel noemt zich Sal en Lena.

Op 23 februari 1930 wordt zoon Benjamin David geboren. Zes maanden later verhuist het gezin in dezelfde straat, naar een huis op nummer 34. Een deel van haar vrije tijd besteed Helena aan de Nederlands Israëlitische damesvereniging ‘Ateres Nosjiem’.

In 1931 komen de ouders van Helena Willemina, David en Saartje, in Apeldoorn wonen, samen met de volwassen broer en zus van Helena, Salomon en Liena. Haar ouders, broer en zus betrekken op dat moment een eigen woning.

Hierna verhuist het gezin Meijer nogmaals binnen dezelfde straat, nu wordt Osseveldweg 41 hun nieuwe adres. In januari 1937 wordt het gezin compleet met de geboorte van dochter Sarina Clara.

In oktober 1938 vestigen de ouders (en de eerdergenoemde broer en zus) van Helena Willemina zich op het adres van hun dochter (Osseveldweg 41). Al na enkele weken verhuist het samengestelde huishouden naar de Welgelegenweg, en betrekt gezamenlijk de woning met nummer 19.

In juni 1939 verhuizen de ouders van Helena Willemina naar Zutphen. In oktober voegt Louise Polak (1923-1943) zich bij het gezin. In februari 1940 verhuizen Samuel en Helena Willemina met hun twee kinderen naar de Spoorstraat, in het huis met nummer 41 II.

In januari 1942 verlaat Louise Polak het adres van het gezin Meijer en vestigt zich in Nijkerk. Gedurende de oorlog verlaten de ouders van Helena Willemina Zutphen en trekken opnieuw in bij hun dochter.

Op het moment dat Joodse kinderen vanwege een anti-Joodse maatregel na de zomervakantie van 1941 niet meer naar hun eigen school mogen, wordt Benjamin David overgeplaatst naar de vijfde klas van een apart geopende Joodse school.

Opvallend genoeg staat op een scholierenlijst van september 1942 achter de naam van Benjamin David: ‘Zutphensestraat 127 II’ en direct daarachter in de rol van ouder: ‘S. Meijer’. Het betreft de woning van Lion Heijman Cohen (1902-1943) en zijn gezin, die ook op deze lijst worden genoemd. Dit kan betekenen dat Helena Willemina en haar gezin, en mogelijk ook haar ouders, bij het gezin Cohen zijn ingetrokken. Deze verhuisbeweging verwijst in dat geval naar een onvrijwillig verhuizing, bijvoorbeeld doordat de woonlasten niet meer op te brengen zijn, of omdat het gezin zich niet meer veilig voelt in hun eigen woonomgeving. Het is ook denkbaar dat het een onjuiste vermelding betreft van het gezin Meijer.

Op 19 januari 1943 worden vrijwel alle overgebleven Apeldoornse Joden op het terrein van het Apeldoornsche Bosch geïnterneerd. Tot deze groep behoren ook Salomon, Helena Willemina, Benjamin David, Sarina Clara en de ouders van Helena Willemina. Er is een getuige die schrijft dat enkele Joden die deze dag geïnterneerd werden, ‘allerlei bezit, tot aan meubelen aan toe’ vanuit hun huis naar het Apeldoornsche Bosch lieten overbrengen; het is goed denkbaar dat vele Joden geen enkel idee hebben gehad van wat hen te wachten stond.

In de nacht van 21 op 22 januari 1943 wordt het Apeldoornsche Bosch op wrede wijze ontruimd. In de vroege ochtend van 22 januari 1943 worden alle patiënten en een vijftigtal personeelsleden rechtstreeks naar vernietigingskamp Auschwitz gedeporteerd. In de loop van de dag vertrekt er nog een trein vanaf het treinstation van Apeldoorn. Het betreft een reguliere personentrein. Het samengestelde gezin wordt met dit transport naar doorgangskamp Westerbork gedeporteerd.

Het samengestelde gezin verblijft tweeënhalve week in het doorgangskamp. Op een dag worden hun namen opgelezen en moeten zij zich klaarmaken voor het eerstvolgende transport naar ‘het Oosten’. Op dinsdag 9 februari 1943 worden ze met 1.178 anderen, met transport 49, vanuit het kamp naar Auschwitz gedeporteerd. Op donderdag 11 februari 1943 komen zij aan op het treinstation van Auschwitz. In de loop van de volgende dag, vrijdag 12 februari 1943, worden Samuel, Helena Willemina, Benjamin David, Sarina Clara en de ouders van Helena Willemina in een van de gaskamers van het leven beroofd.

Stadsarchief Amsterdam, Erfgoedcentrum Zutphen, gemeentearchief Enschede en gemeentearchief Ommen-Hardenberg. Afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork, CODA Archief Apeldoorn, Digitaal Joods Monument, Erica adresboek van Apeldoorn, het Gelders Archief, ITS Archiv Bad Arolsen (International Tracing Service), het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters, Yad Vashem en Delpher (gedigitaliseerde Nederlandse historische kranten).

1 oktober 2021