Verhaal

In Memoriam

Herman en Willy van Beever zijn kinderen van Henri Samson van Beever en Judith Koperberg. De ouders overleven de oorlog. Herman en Willy staan sinds november 1932 onder toezicht van de voogdijvereniging in Apeldoorn. In maart 1933 komen de kinderen in Apeldoorn te wonen. De plek waar hun vader in 1914 en in 1920 enkele maanden heeft verbleven.

Eerste op de Zutphensestraat, daarna in het kindertehuis aan de Bas Backerlaan, tenslotte worden alle kinderen die onder het kindertehuis vallen op één locatie ondergebracht: Paedagogium Achisomog.

In juni 1933 wordt door de voogdijvereniging besproken dat 'wegens bezwaren van geneeskundige aard de besnijdenis van Willy voorlopig niet is gewenst'. In januari 1934 is de situatie dusdanig dat volgens de arts de besnijdenis het komend half jaar nog niet wenselijk zal zijn. 

In oktober 1934 geeft de arts opnieuw aan dat de besnijdenis van Willy met drie maanden moet worden uitgesteld. In hetzelfde verslag staat over Willy beschreven: 'Het is een aardig, doch ondeugend, en moeilijk jongetje; naar het thans zich nog laat beoordelen, wel geesteszwak'. Over Herman staat geschreven: 'Het is een aardig joggie, debiel, en vermoedelijk later wel geschikt voor verpleging in de Bergstichting'.

In 1935, vermoedelijk tussen eind mei en eind juni, wordt Willy dan eindelijk besneden. In november 1936 wordt in de notulen van de voogdijvereniging genoteerd dat Willy een zeer moeilijk, ondeugend jongetje is. Zijn broertje wordt gelijktijdig beschreven als rustiger en zou misschien uiteindelijk in een gezin kunnen worden opgenomen, en 'hij is niet achterlijk'.

In juni 1937 neemt de moeder van de twee jongens -met tussenkomst van de politie in Haarlem- contact op met de voogdijvereniging. Ze is ondertussen van haar man gescheiden. Hun moeder wil graag de kinderen opzoeken, en de politie laat weten dat ze haar levenswandel de laatste tijd heeft verbeterd. 

In het verleden was bezoek afgewezen, omdat de twee vrouw van hun vader door Herman en Willy worden gezien als hun moeder. Om deze reden wordt het verzoek van de moeder ook niet toegewezen; de kinderen zullen hun biologische moeder niet meer (her)kennen, en welk nut heeft dan een bezoek?

Bronnen: CODA Apeldoorn, Stadsarchief Amsterdam en gemeentearchief Den Haag.