Biografie

Over Juliette Barmes

Juliette Barmes, geboren op 11 Januari 1913 als dochter van Joseph Barmes en Lucie Rueff, woonde voor de oorlog met haar 6-jaar oudere zus Jeanne in de Blasiusstraat 66 I in Amsterdam Oost. Juliette werkte als verkoopster bij Maison de Vries in de Kalverstraat, Daar werkte ook Emanuel van West als etaleur en stond doorgaans als Willem bekend. Hij was de broer van Aron van West, die meestal Ab genoemd werd. Maison de Vries had ook een actieve toneelclub die voorstellingen gaf en daarvoor konden kaartjes worden gekocht. Juliette ging met een collega'tje van Maison de Vries daar naar toe en die avond bleek Ab van West daar ook te zijn en zo heeft zij hem voor de eerste keer ontmoet.

Aron van West was geboren op 18 Juni 1908 in Amsterdam en was de zoon van Joseph van West en Gracia Rodrigues Pereira. Aron van West zat in boeken. Hij werkte bij de boek- en prentenhandel Emmering in Amsterdam, die ook een antiquariaat hadden. Maar hij had het daar niet naar zijn zin en wilde voor zichzelf  een antiquariaat beginnen waar geld voor nodig was. Een Duitser die hij kende - waarschijnlijk een relatie van boekhandel Emmering - en die geld had, zou Ab financieren maar achteraf bleek deze toch geen geld te hebben om Ab's zakelijke plannen te financieren en dus moest het geld daarvoor elders vandaan komen.

Na die eerste kennismaking met Ab volgden er meerdere wat uiteindelijk uitmondde in Juliette’s verloving en huwelijk met Aaron van West op 30 December 1936. Zij gingen in de Uithoornstraat 11 hs in Amsterdam wonen, hadden daar een boekhandel, een bibliotheek en een agentschap voor het NIW. In 1939 werd de winkel verkocht en zijn toen in September van dat jaar verhuisd naar de Curacaostraat 18 II, met hun in Juli van dat jaar geboren dochter Grace. Ab kreeg toen een baan bij de boekwinkel van de Arbeiderspers in de Jan Evertsenstraat in Amsterdam-West.

Nadat de oorlog was uitgebroken en de Duitsers in Februari 1941 een Joodse Raad in het leven riepen, werden in October 1941 alle Joodse tijdschriften verboden, met uitzondering van Het Joodsche Weekblad, het officiële medium van de Joodse Raad. Vanaf 1 Juli 1942 werd Juliette van West-Barmes toen officieel “Depothouder van het Joodsche Weekblad” wat dus gevestigd was in de Curacaostraat 18, en werd gesperrt door de Joodse Raad: haar Sperrenummer was 23/97103. (voorlopig vrijgesteld van deportatie tot nader order). 

Juliette en Ab hadden gedurende enkele maanden ook nog een Joods kind in huis, die Janneman werd genoemd. Toen de deportaties begonnen in de zomer van 1942, moest dat kind ook weer weg. Hoe hij in werkelijkheid heette is nooit bekend geworden.

In die tijd werden in Amsterdam ook de eerste razzia’s gehouden, waarbij Juliette’s man Ab op 6 Augustus 1942 het slachtoffer werd. Hij werd overgebracht naar de Hollandse Schouwburg en in diezelfde nacht nog doorgestuurd naar Westerbork en op 7 Augustus al gedeporteerd naar Auschwitz. Daar werd hij bij aankomst op 10 Augustus eerst tewerkgesteld als dwangarbeider maar (volgens de “Sterbebücher van Auschwitz) daar op 21 Augustus 1942 vermoord.

Na de oorlog was dat allemaal nog niet bekend; daarom heeft het Ministerie van Justie een juridische overlijdensdatum voor Aron van West vastgesteld, geregisteerd in een overlijdensakte die door de Gemeente Amsterdam is opgemaakte en waarin staat dat Aron van West op 30 September 1942 in Auschwitz is overleden.

De tekst van dit verhaal heeft Juliette zelf al eerder verteld in de jaren tussen 1990 en 2000 en is door de redactie van het Joods Monument geredigeerd, aangevuld waar nodig en geplaatst op 15 April 2020.

 

 

Alle rechten voorbehouden