Verhaal

In Memoriam

David Aron Spier is de zoon van Samuel Spier, veehandelaar en slager, en van Judith de Haas. Naast David Aron telt het gezin nog één dochter en drie zoons. In Gendringen, waar het gezin woont, is de vader van David Aron veruit de bekendste koosjere slagerij van het dorp. Hij is dan ook geregeld degene die met Pasen de traditionele Paasos voor het slachten door de straten van het dorp leidt.

Henrietta Heijman is de dochter van kleermaker Levi Heijman en Evalina van Praag. Naast Henrietta bestaat het gezin uit vier kinderen. Broertje Zacharias sterft in 1910, drieëntwintig maanden oud.

David Aron en Henrietta groeien beiden op in Gendringen. Het is goed denkbaar dat ze elkaar al vanaf hun kinderjaren kennen. In 1917 plaatsen de ouders van David Aron een uitnodiging in de krant voor de Bar Mitswa (de kerkelijke volwassenheid) die hun zoon zal vieren op 6 oktober.

David Aron leert het vak van veehandelaar en slager van zijn vader. Hierna werkt hij als vertegenwoordiger bij een bedrijf in Oss (Wanneer precies is niet bekend; een gevonden vermelding stamt uit 1928). Het bedrijf verkoopt verschillende soorten varkens. Zijn regio is de omgeving van zijn woonplaats Gendringen. Daar zit David ook in het bestuur van de plaatselijke schuttersvereniging.

In april 1929 overlijdt Davids vader, na een ziekbed van enkele dagen. Omdat zijn vader een grote rol had gespeeld in de Joodse gemeenschap, wordt hij met grote eer begraven. De moeder van David Aron zet met haar zoon Arie het bedrijf voort.

Op 10 december 1930 trouwen David Aron en Henrietta. De plechtigheid vindt plaats in hun geboortedorp Gendringen. Enkele dagen later registeren zij zich in hun nieuwe, nabij gelegen, woonplaats Wisch (Terborg), waar ze gaan wonen aan de Ettenseweg. In maart 1932 bevalt Henrietta van hun eerste kind, dochter Judy, roepnaam Judith.

David Aron is ondertussen controleur van de Nederlandse Veehouderij Centrale met opsporingsbevoegdheid. In 1935 verhuist het gezin, mogelijk vanwege Davids werk, naar Leeuwarden (één vermelding geeft als beroep aan: Controleur Nederlandse Varkenscentrale). Hier wordt in september van hetzelfde jaar dochter Ina geboren, roepnaam Ineke.

Drie jaar later, op 1 maart 1938, verhuizen David Aron en Henrietta met hun dochters naar Apeldoorn, waar ze een huis vinden aan de Hoogakkerlaan 71 (nu: Hoogakkerlaan 75). Twee maanden daarna, eind april, overlijdt de vader van Henrietta. Op 26 december van hetzelfde jaar wordt er een zoon geboren, Levi Samuel.

In zijn vrije tijd is David Aron secretaris van de ‘Apeldoornsche Joodsche Tooneelvereeniging’. Of hij zelf ook actief is als amateur-toneelspeler, is niet bekend. Samen met voorzitter Joseph Elze (Weidestraat 10) en penningmeester Berend Polak (Deventerstraat 51 II) vormt hij het bestuur. 

Drie maanden voor de oorlog uitbreekt, verhuist Evalina van Praag, Henrietta’s moeder, naar Apeldoorn. Samen met haar zoon Meijer Philip en haar dochter Mina (dus Henrietta’s broer en zus) betrekt ze een huis aan de Badhuisweg, op nummer 58, één straat verwijderd van Henrietta.

In het begin van de oorlog, in 1941, komt Arie, de broer van David Aron, om het leven in Mauthausen. 

In januari 1942 zetten David Aron en Henrietta een advertentie in de krant, waarin ze, zoals ze het zelf noemen, ‘een volledig eikenhouten tweepersoons slaapkamer-ameublement’ te koop aanbieden, waar onder andere een hangkast met spiegel, stoelen en een nachtkastje toe behoren. Denkbaar is dat een verslechterende financiële situatie van het gezin hier de reden van is.

Op 19 januari 1943 worden bijna alle Joden, die nog in Apeldoorn wonen, naar het Apeldoornsche Bosch geïnterneerd. Het gezin Spier mag in het eigen huis blijven wonen, David Aron heeft namelijk in een eerder stadium een ‘Sperre’ toegewezen gekregen. Een Sperre is een ontheffing; met een stempel op het persoonsbewijs waarmee wordt aan gegeven dat er uitstel van deportatie is verleend. Dit verklaart de verhuizing naar Amsterdam een paar maanden later. 

Na de ontruiming van het Apeldoornsche Bosch, eind januari 1943, is Apeldoorn volgens de maatstaven van de nazi’s ‘vrijwel geheel Jodenvrij’. Dit is in de fase, waarin ‘de laatste Joden’ vanuit de provincies naar Amsterdam worden verplaatst, om van daaruit naar Kamp Westerbork te worden gedeporteerd. Dit maakt het de bezetter nog eenvoudiger om de Joden op te jagen. Het kamp kan op dat moment het grote aantal gedeporteerden niet aan.

In april 1943 verlaat het gezin daarom Apeldoorn. In de registratie bij de Joodse Raad van Amsterdam wordt David Aron omschreven als ‘een flinke man en bruikbare kracht’. 

In bezit van zijn diploma’s EHBO en typen, en in een goede gezondheid, is hij voor de Joodse Raad werkzaam als vertegenwoordiger van de afdeling Sociale Zorg en administratie. Dat is ook de reden dat hij met zijn gezin wordt geregistreerd als: ‘gesperrt bis auf weiteres’ (ontheffing tot nader orde).

Het gezin trekt in Amsterdam in bij Levie van Praag en zijn gezin, Lange Niezel 9. Levie van Praag is Henrietta’s oom en een broer van haar moeder Evalina. Op 4 juni 1943 verhuist het gezin Spier naar Biesboschstraat 45, ook in Amsterdam. 

Ruim twee weken later, op 20 juni 1943, worden David Aron en zijn gezin in Kamp Westerbork geregistreerd. David Aron verblijft in barak 57, zijn vrouw en kinderen in barak 61. 

Na slechts twee weken wordt het gezin op de transportlijst gezet en moet het zich gaan voorbereiden op het eerstvolgende transport. Transport 70 vertrekt op 6 juli 1943 met negenenveertig wagons uit het kamp en heeft als eindbestemming Sobibor. Het gezin behoort tot de 2417 passagiers. De trein komt op 9 juli 1943 tot stilstand bij het perron van het vernietigingskamp. De gezinsleden worden van elkaar gescheiden en aansluitend in de gaskamers om het leven gebracht.

De moeder van David Aron, één van zijn zussen en twee van zijn broers overleven de oorlog. Zij zijn vanaf oktober 1942 tot aan de bevrijding ondergedoken. Uit het gezin van Henrietta overleeft alleen haar zus Schoontje de oorlog.

Uit de memoires van Pieter Baron, Gedenkboek Mauthausen, Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers en het boek 1000 jaar Gendringen door A.G. Dalen.

31 januari 2020