Verhaal

Levensbeschrijving Juda Zwart

naar aanleiding archiefonderzoek ivm plaatsing Stolpersteine

Juda Zwart is de zoon van Isaak Jacob Zwart en Clara Cortissos-Zwart. Hij werd in 1928 geboren in de Vooruitstraat, maar beleefde het grootste gedeelte van zijn jeugd aan de Thorbeckekade 12 in Purmerend. Deze straat is gevestigd in de wijk Hazepolder. Toen een nieuwe arbeiderswijk met een hechte gemeenschap.

Over Juda’s leven is helaas niet veel bekend.

Hij ging naar school D aan de Nieuwstraat in Purmerend. Een klasgenoot herinnert hem als een stille serieuze jongen. (.  ) Juda heeft een klas over moeten doen. Dit viel samen in het jaar van het overlijden van zijn moeder Clara Cortissos maart 1938. Vanwege het eerdere ziekbed van zijn moeder komt zijn oma en oom Abraham Haim Cortissos in huis wonen. Na de dood van moeder Clara blijft Abraham bij het gezin wonen en wordt benoemd tot toeziend voogd van Juda. In november 1938 hertrouwd zijn vader met Jeanette Engelsman.

In 1940 slaagt Juda voor het toelatingsexamen van het Israëlitisch seminarium in Amsterdam(Provinciale Noordhollandsche Courant 20-07-1940).

Juda was bevriend met een zoon van familie Limburg wonend op Thorbeckekade 15. Uit de familieverhalen, die altijd levend zijn gebleven blijkt dat Juda een hond had (die na de gedwongen verhuizing een plek vond bij de familie Limburg), postzegels verzamelde en veel op straat te vinden was om met vriendjes te spelen. De zoon van familie Limburg heeft Juda nog opgezocht in Amsterdam na het gedwongen vertrek.

Na een korte periode in Amsterdam wordt het gezin begin augustus op transport gezet van Amsterdam naar Westerbork. Vanuit Westerbork is Juda met zijn vader en stiefmoeder op 10 augustus naar Auschwitz gedeporteerd. Juda en z’n stiefmoeder werden op 12 augustus daar, op de dag van aankomst, vergast.