Verhaal

Schiedams "pinken"

Door: Gerard

 

Opa Simon, geboren 1860, en Oma Johanna van Gelder, geboren in 1859 (in de omgang eenvoudig  Jansje genoemd-behalve door Tante Elly, die het altijd verdraaide tot “Jeansje”) waren neef en nicht. Ze trouwden in 1889 in Rotterdam. Het waren bescheiden mensen, trouw aan de joodse tradities, die zich niet door al het weeldevertoon van anderen lieten beïnvloedden. Opa was een hardwerkende man, vertegenwoordiger van de firma De Jong &Co, in fournituren (‘knopen in alle mate, linten, banden, kanten en garens’). Hij reed met een grote monster voorraad van honderden knoopjes in aflopende maten, soort bij soort op karton genaaid en in tal van koffers verpakt, in een auto van de firma – iets wat toen niet veel voorkwam. De auto mocht alleen zakelijk worden gebruikt!
Opa chauffeerde niet zelf; hij had een chauffeur, Otto genoemd. Wanneer hij ’s avonds thuiskwam, ging hij in zijn kamer aan zijn cilinderbureau zitten om de bestellingen in het net over te schrijven. Als goede oud-Schiedammer dronk hij daarbij een glaasje jenever. Als ik er toevallig was, vroeg hij mij altijd of ik wilde ‘pinken’ – dat is de pink in het glaasje steken en aflikken.
Oma zei dan altijd: ‘Simon toch’!. Maar opa vond het leuk, dus ik deed het toch, en vond het natuurlijk niet lekker.

Uit: Marcel, Rienus, Moshe
Door Moshe Harel (Marcel Ernest Hertz)

Alle rechten voorbehouden