Verhaal

In Memoriam

Benjamin Levy Kats is de zoon uit het huwelijk van Levi Kats, slager en later koopman, en Hendrika Sternfeld. Dit echtpaar krijgt behalve Benjamin Levy nog vijf kinderen; Izaäk, Samuel, Johanna, Betje en Margaretha. In 1895 gaat het echtpaar met vijf van hun zes kinderen in Apeldoorn wonen. Betje voegt zich later bij hen. Benjamin Levy verliest zijn moeder in 1917 en zijn vader in 1918. Alle broers en zussen van Benjamin Levy worden gedurende de oorlog in de vernietigingskampen omgebracht.

Benjamin Levy is nooit gehuwd geweest. 

Tussen februari 1896 en juli 1898 woont Benjamin Levy in het Drentse Sleen, waar hij werkt als opzichter. Hierna keert hij terug naar Apeldoorn, waar hij vanaf 1895 woonde. In de herfst van 1898 vertrekt hij daar alweer en gaat hij naar Amsterdam. Daar werkt hij eerst als bediende en later als suppoost in het Nederlands Israëlitisch Oude Mannen en Vrouwen Ziekenhuis, aan de Nieuwe Kerkstraat 135. In de zomer van het daaropvolgende jaar gaat hij opnieuw terug naar het huis van zijn ouders in Apeldoorn. 

In december 1900 vertrekt hij naar Hardenberg (toen: ‘stad Hardenberg’). In juni 1903 keert hij terug naar Apeldoorn, waarbij hij weer in zijn ouderlijk huis gaat wonen. Benjamin Levy vertrekt in januari 1904 nogmaals naar Hardenberg en keert opnieuw, rond 1909, terug naar Apeldoorn. Daar werkt hij als bakker.

Als zijn vader in januari 1918 overlijdt, gaat Benjamin Levy bij zijn broer Izaäk wonen, in de Korenstraat in Apeldoorn. Eind jaren twintig woont hij nog steeds bij zijn broer in huis, maar nu in de Mariastraat op nummer 62. In het pand op nummer 60 wordt de slagerij van Izaäk gevestigd. Hoewel de krantenadvertenties meestal verwijzen naar huisnummer 60 als zakelijk adres, wordt zo nu en dan ook nummer 62 genoemd. Izaäk is eigenaar van de zaak en Benjamin Levy staat in het bevolkingsregister in eerste instantie vermeld als ‘ondergeschikte’. Hoe de broers zich in de praktijk tot elkaar hebben verhouden, is uit de beschikbare documentatie niet op te maken. Tussen 1934 en 1937 staat in de krantenadvertenties ‘B. Kats’ vermeld, maar eerder en later staat er ‘I. Kats’, en er wordt afwisselend steeds één van de twee panden in de Mariastraat, de nummers 60 en 62, genoemd. Later zetten Benjamin Levy en zijn broer Izaäk de zaak om in een firma. Ook gaat een neef van Benjamin Levy, Levie Joseph, formeel in de zaak werken, de krantenadvertenties verwijzen hiernaar: ‘Firma Kats & zoon’

Na twee jaar oorlog en vele anti-Joodse maatregelen, verplicht de bezetter in mei 1942 de Firma Kats & Zn. om de zaak te sluiten. De liquidatie is in handen van Omnia Treuhandgesellschaft. Andere Joodse slagers treft hetzelfde lot. In de krant is te lezen dat de klanten van elke slagerij die ‘is opgeheven’, één of meerdere vastgestelde adressen krijgen toegewezen van niet-Joodse slagerijen. Hiermee komt een einde aan het jarenlange ondernemerschap van Benjamin Levy, Izaäk en Levie Joseph.

In de nacht van 17 op 18 november 1942 vinden er in Gelderland in verschillende plaatsen grote razzia’s plaats. In Apeldoorn wordt een onbekend aantal Joden uit hun huizen gehaald en lopend naar het plaatselijke treinstation geleid. Een andere bron vermeldt wel een aantal: zevenenzestig. Onder hen zijn Benjamin Levy, zijn broer Izaäk en diens vrouw Malia. Vanaf het station van Apeldoorn worden ze per trein naar Kamp Westerbork gedeporteerd.

Benjamin Levy, Izaäk en Malia zitten een kleine week in het doorgangskamp opgesloten, tot ze op dinsdag 24 november 1942 op transport moeten. Transport 38 vertrekt, met 709 gedeporteerden in tien wagons, naar vernietigingskamp Auschwitz en komt drie dagen later aan op het treinstation van Auschwitz. Van hieruit leggen de gedeporteerde Joden de route af naar de gaskamers, waar ze om het leven worden gebracht.

Omdat de afhandeling van de liquidatie van de slagerij de bezetter veel tijd kost, wordt pas vijf maanden na de dood van Benjamin Levy de formele liquidatie van de slagerij in de Apeldoornsche Courant bekend gemaakt.

Bronnen: Gemeente Coevorden en Delpher (gedigitaliseerde Nederlandse historische kranten). Digitaal Joods Monument, CODA Archief Apeldoorn, Erica adresboek van Apeldoorn, Yad Vashem, het Gelders Archief, afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork en het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters.

12 december 2019