Biografie

Het lot van Rosette Lopes Cardozo en haar broers Meijer en Johan.

Mozes Lopes Cardozo en Theresia Gotlieb trouwden op 29 April 1925 in Amsterdam maar vier jaar later, op 15 April 1929, waren zij alweer gescheiden. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren, t.w. Rosette op 19 September 1925, Meijer op 14 Augustus 1928 en Johan op 30 Juli 1929. Na de echtscheiding van hun ouders kwam zij alle drie bij andere gezinnen terecht.

Rosette Lopes Cardozo werd als stief-kleindochter opgenomen in het gezin van Jacob Pachter, de 2e echtgenoot van haar oma Rosette Barend. Die was in 1907 al gescheiden van haar grootvader Abraham Lopes Cardozo en in 1911 met Jacob Pachter gehuwd. Ook haar vader Mozes trok na de scheiding in bij zijn moeder, waar ook nog zijn zus Elisabeth Lopes Cardozo woonde. Zij huwde enkele maanden later in October 1927 Levie Schrijver en vertrok toen met haar man naar een eigen adres. 

Rosette woonde in het gezin Pachter  totdat zij op 25 Juli 1942 naar Westerbork werd werd gestuurd en op 7 Augustus naar Auschwitz werd gedeporteerd. Haar stief-grootvader was op 10 Februari 1942 in Amsterdam overleden en op de Joodse Begraafplaats in Diemen begraven. Haar oma kwam op 5 September 1942 in Westerbork binnen, werd twee dagen later op transport gesteld naar Auschwitz, waar zij bij aankomst op 10 September 1942 direct werd vermoord.

Rosette’s exacte datum van overlijden is niet bekend; na aankomst in Auschwitz op 10 Augustus heeft zij ongetwijfeld onder afschuwelijke omstandigheden dwangarbeid moeten verrichten. Daarom hebben de Nederlandse autoriteiten na de oorlog opdracht gegeven aan de gemeente Amsterdam  om een akte van overlijden voor Rosette Lopes Cardozo op te maken waarin is vastgesteld dat zij op 30 September 1942 in Auschwitz is overleden.

Meijer Lopes Cardozo kwam na de scheiding van zijn ouders in het gezin van Levie Brilleman en Leentje Brilleman Kopee terecht, die in de Foeliestraat 8 II in Amsterdam woonden. Sindsdien was Meijer in de gemeentelijke administraties bekend als Meijer Brilleman Lopes-Cardozo. Hij bleef daar totdat hij samen met Levie Brilleman op 21 September 1942 werd gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij bij aankomst aldaar op 24 September 1942 direct werden vermoord. Levie's vrouw Leentje was al enkele maanden daarvoor op 14 Mei 1942 in Amsterdam overleden en begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.

Johan Lopes Cardozo werd als stiefzoon opgenomen in het gezin van Aäron Gobets, die op 1 October 1920 was hertrouwd met zijn moeder Theresia Gotlieb. Zij kregen nog twee dochters: in 1933 werd Sara geboren en in 1935 Anna. Het gezin woonde toen in de Korte Houtstraat 38 III in Amsterdam.

Johan werd samen met zijn stiefvader Aäron Gobets in Westerbork op 18 Mei 1943 binnengebracht en werden dezelfde dag nog doorgestuurd naar Sobibor, waar zij bij aankomst op 21 Mei 1943 direct werden vermoord. Zijn moeder Theresia Gotlieb werd met zijn stiefzusjes Sara en Anna op 5 Februari 1943 in Westerbork geregistreerd en op 4 Mei werden moeder en dochters gedeporteerd naar Sobibor waar zij bij aankomst op 7 Mei alle drie meteen werden vermoord.

Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Mozes Lopes Cardozo, Jacob Pachter en Aäron Gobets, archiefkaarten van Mozes Lopes Cardozo, Aäron Gobets, Rosette Lopes Cardozo, Meijer Brilleman Lopes Cardozo en Johan Lopes Cardozo; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Rosette Lopes Cardozo, Meijer Brilleman Lopes Cardozo en Johan Lopes Cardozo en de wikipedia lijst jodentransportenvanuitNederland.nl

Alle rechten voorbehouden