Verhaal

In Memoriam Hildegart Isacson-Philipps

Hildegart Philipps is de dochter van veehandelaar Josef Philipps en Rieka Philipps-de Levie. Haar oudere zus Edith weet met haar gezin de oorlog te overleven door op tijd naar Uruguay te vluchten.

Hildegart trouwt op 2 maart 1934, in het Duitse Gelsenkirchen, met Herbert Isacson. Herbert is de zoon van Isaac en Flora Isacson-Masur. Hij heeft twee broers en drie zussen. Hij werkt in de zaak van zijn vader, die handelt in visconserven.

Op 1 mei 1937 - Herbert en Hildegart zijn dan ruim drie jaar getrouwd - vertrekken zij per boot naar New York. Ze zijn van plan om naar Amerika te emigreren. Daar aangekomen valt het besluit om de emigratieplannen niet voort te zetten, Herbert zou gekscherend hebben gezegd: “Veel te weinig bomen!”.

In haar Reisepass (paspoort) wordt Hildegart als volgt beschreven: een lang postuur, een ovaal gezicht met lichtbruine ogen en zwart haar. 

Wanneer in mei 1940 in Nederland de oorlog uitbreekt, wonen Herbert en Hildegart in Velsen. Ook de wederzijdse ouders wonen dan daar. Herbert en Hildegart moeten in de tweede helft van 1940, samen met hun ouders, Velsen verlaten, onder de noemer van ‘een Joden-vrije zone’ in het kust-verdedigingsgebied; dit is gericht op de statenloze Duitse vluchtelingen. Vanaf de herfst van 1940 wonen zij allemaal in de Deventerstraat, op nummer 43.

Hildegart vertrekt eind februari 1942 naar de Sweerts de Landasstraat 68 in Arnhem. De aanleiding van deze verhuizing is onbekend. Mogelijk heeft het te maken met haar beroep als verpleegster en krijgt ze loon of kost en inwoning bij weduwe Bertha Heijman-Simons. Hildegart staat namelijk in 1942 in de uitgave van het Arnhemse adresboek vermeld op het adres van deze weduwe, met als toevoeging ‘huisbediende’. De verhuizing lijkt niet vrijwillig te zijn geweest en heeft niet zonder toestemming van de Duitse bezetter kunnen plaatsvinden.

Herbert wordt op 4 oktober 1942 in Kamp Westerbork geregistreerd. Hildegart wordt vijf weken later, op 14 november 1942, in het kamp geregistreerd; het echtpaar is weer herenigd. Samen zullen zij hier nog vijftien maanden geïnterneerd zitten, voordat zij worden gedeporteerd.

Uit brieven die in het bezit zijn van familieleden, komt naar voren dat Hildegart haar beroep van verpleegster in Kamp Westerbork nog heeft kunnen uitoefenen. Ze heeft daar onder meer haar oma Alwine, van moeders kant, verzorgd. Hildegart en Herbert worden op 15 februari 1944 vanuit het kamp naar Bergen-Belsen gedeporteerd. Het betreft transport 87 en dit telt in totaal 773 gedeporteerden.

Hildegart komt als verpleegster in het zogenaamde Star-Camp te werken. Dat is het gedeelte waar vooral Joden zitten die volgens de nazi’s geruild kunnen worden. In tegenstelling tot vele andere kampen dragen de gevangenen hier burgerkleding met daarop een Jodenster. Dat verklaart de naam Star-Camp, Sterren-Kamp. 

Op 8 april 1944 vliegen geallieerde gevechtsvliegtuigen naar concentratiekamp Bergen-Belsen. De piloten schieten met machinegeweren op wat zij vermoedelijk aanzien voor de nabijgelegen legerbarakken van de Wehrmacht en beseffen niet dat zij een concentratiekamp onder vuur nemen. Op het moment van de beschieting bevindt Hildegart zich in één van de barakken van het kamp. Granaatsplinters die de wand van de barak doorboren, raken haar in haar buikstreek. Een toegesnelde arts en de daarop volgende operatie kunnen haar leven niet redden. Een SS-er schrijft dezelfde dag nog de overlijdensakte. In een dagboek van een vriendin van Hildegart is te lezen dat Hildegart op deze laatste dag van haar leven nog over haar familie heeft gesproken.

Herbert wordt in april 1945, samen met ongeveer 60.000 andere overlevenden, uit het concentratiekamp bevrijd.

Bronnen: CODA Archief Apeldoorn, Erica adresboek van Apeldoorn, Yad Vashem, het Gelders Archief, afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork, het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters, verwanten van het echtpaar Philipps-de Levie, mevrouw Klijn en haar boek ‘De Stille Slavg’, het archief van Bergen-Belsen, het Noord-Hollands Archief, gemeente Velsen en Projectgroep Stolpersteine Gelsenkirchen.

14 februari 2023