Verhaal

Saartje (Sary) van Waveren-Valk

Moeder was het enige kind van Jan (Joseph) Valk en Margaretha Brandel. Vanwege een hartkwaal van Margaretha kwamen er geen broertjes en zusjes.

In het begin van haar schoolperiode werd Sary iedere dag door een arbeider van de fabriek waar haar vader werkte (het latere Unilever) opgehaald en thuisgebracht. Ze mocht dan op zijn schouders zitten.

Later ging zij naar de eerste meisjes HBS waar zij twee vriendinnen voor het leven kreeg: Stien Timmermans van Kantoorboekhandel Timmermans en Piny van Urk van een in Rotterdam bekende pianozaak. Stien was katholiek en Piny protestants maar deze achtergronden hebben hun hele leven lang geen enkele rol gespeeld!

Haar vader hertrouwde met de keuze van zijn overleden vrouw, haar nicht Fiet (Sebilla) Cohen in wie zij een goede tweede moeder voor haar dochter zag. Er werd een broertje (Hans) geboren maar door zuurstofgebrek werd hij helaas gehandicapt.

Na de middelbare school ging moeder een jaar naar London. Samen met haar nicht Netty Valk woonde zij in het Dutch Home for women en werkte zij op kantoor bij Unilever. Er werd veel plezier gemaakt en veel uitgegaan. Het was een mooi jaar uit haar leven en vertelde zij er vaak over.

Na Engeland kreeg zij een baan als typiste in vier talen, eveneens bij Unilever en ontmoette daar haar toekomstige man, Hein van Waveren. Tot de oorlog werkte zij daar met veel plezier. Haar collega’s waren ook haar vrienden. Zij vertelde ook regelmatig trots dat als er geheime stukken getypt moesten worden, zij vaak geroepen werd.

Hoewel zij in de oorlog niet weggevoerd is omdat ze gemengd getrouwd was, is dit toch een wond geworden die nooit meer geheeld is. Aan het eind van de oorlog werd haar man erg ziek en werd opgenomen in Maasoord. Iedere week liep ze 5 uur heen en terug met een koffertje. Uiteindelijk is ze, hoe onwezenlijk dit ook klinkt door een Duitse soldaat gered: hij stond op wacht bij de brug die ze over moest en droeg dan haar koffertje, ondanks de ster die ze droeg. Op een dag zei hij dat ze niet meer mocht komen omdat ook zij dan opgepakt zou worden. Daar heeft ze goed naar geluisterd.

Na de oorlog waren zowel haar man, mijn vader, als zijzelf niet meer degene van voor de oorlog. Het was voor beiden heel erg schrikken dat er totaal onverwacht ook nog een baby op komst was. Het werd een situatie die beiden nooit goed aankonden. Hein raakte steeds meer verward en uiteindelijk erg ziek en is na een scheiding tussen tafel en bed, na een paar jaar in eenzaamheid overleden. Sary voedde mij alleen op en heeft op haar manier altijd haar best gedaan maar begreep weinig van het naoorlogse leven van jonge meisjes/jonge vrouwen. Ondanks het feit dat zij één van de eerste werkende getrouwde vrouwen was en ook over eigen geld beschikte, handhaafde ze de vooroorlogse normen en waarden, besliste voor haar dochter. Maar ‘alles weten is alles begrijpen’. Ze is een goede moeder geweest. Helaas werden in latere jaren de rollen omgedraaid en moest ik, tegen wil en dank, alle beslissingen voor haar nemen. Dat kon ik niet alleen en uiteindelijk heb ik haar op laten nemen in het Sinaïcentrum te Amersfoort waar men haar goed begreep en haar de nodige zorg kon geven. Daar is ze ook rustig ingeslapen.

Bron: Jannie van Duuren van Waveren