Verhaal

Februari 1941 - Op verkeerde tijd op verkeerde plaats

Februari 1941 - Op verkeerde tijd op verkeerde plaats

door WIM COSTER 

Op zaterdag 22 en zondag 23 februari 1941 werden in de Amsterdamse jodenhoek zo’n vierhonderd jonge joden opgepakt. Het was de eerste grote razzia in ons land. De protesten daartegen leidden tot de februaristaking, maar aan het lot van de 25-jarige Zwollenaar Henri Zilverberg, die voor zaken in de hoofdstad was en bij toeval werd opgepakt, kon dit niets meer verhelpen. 

In Zwolle werd met ontsteltenis gereageerd op het nieuws dat de joodse stadsgenoot, die ‘wars stond van alle politiek’, was gearresteerd. Volgens zijn buurtgenoten in de Frans Halsstraat was Zilverberg puur het slachtoffer geworden van ongeregeldheden in Amsterdam. Burgemeester Van Karnebeek deed de nodige moeite om hem vrij te krijgen. Hij schreef aan de Sicherheitspolizei dat Zilverberg een Zwollenaar was en dus niet de dupe mocht worden van maatregelen tegen Amsterdamse joden. Maar zijn pogingen waren kansloos. Vanuit kamp Schoorl werd hij eerst naar het concentratiekamp Buchenwald gevoerd. In mei 1941 werd hij getransporteerd naar het Oostenrijkse Mauthausen. Daar bezweek hij op 16 september 1941. Hij was de eerste Zwolse jood die zijn leven verloor ten gevolge van de Nazi-terreur. 

De vrees voor een dergelijk lot werd al in het begin van de oorlog gevoeld door Nico Herschel, een joodse Zwollenaar van midden twintig. Hij keek in mei 1941 terug op het begin van de oorlog. ‘Bij de Joden was er naast de algemeene beduusdheid een panische ontzetting’, schreef hij in zijn dagboek. ‘Zij wisten dat het Deutschtum voor hen levensgevaarlijk zou zijn, omdat Joodsch als anti-Duitsch wordt geïnterpreteerd en als zoodanig vijand wordt. Of ze nu vroom, liberaal, gemengd gehuwd, tot een christelijk geloof overgegaan, atheïst, communist of wat ook waren, ieder die Joodsch bloed in zich wist, huiverde. Men was gebrandmerkt, ook al had het gros nooit anders dan oude kleeren, metalen, meubelen, scheermesjes, bloemen of fruit verkocht. Ook al was hun negotie enkele schamele guldens waard, ze waren Jood en dus onderworpen aan de generale beschuldiging tegen het internationale Jodendom.’ 

Hoe waar zijn woorden waren, bleek in Zwolle voor het eerst in oktober 1941. Op vrijdagavond 10 oktober kreeg commissaris Stienstra opdracht bijna vijftig joodse mannen te arresteren. Ook in Arnhem, Apeldoorn en de Achterhoek werden rond die tijd razzia’s gehouden. Dankzij waarschuwingen van oud-commissaris Lettinck liep de actie op een mislukking uit. Slechts vijf mannen werden gearresteerd, maar op 11 november waren ze allemaal weer vrij. Desondanks ging het zoeken naar de andere personen op de arrestantenlijst gewoon door en hun gegevens verschenen zelfs in het Algemeen Politieblad. In november werd het arrestatiebevel ingetrokken en keerden de meeste gevluchte joden terug. Het zoeken naar degenen die ook toen nog weg bleven ging echter door. Eén van hen, de 39-jarige Salomon Krammer, werd in maart 1942 gearresteerd in Heerde. Vanuit Zwolle werd hij, net als Henri Zilverberg, op transport gezet naar Mauthausen, waar hij op 29 juni 1942 overleed. Maar daarvan had men op dat moment in Zwolle nog geen weet... 

Bron: 
http://www.stiwotforum.nl/viewtopic.php?p=30628&sid=19418677898367d836a389eaea6397dd 
overgenomen uit: De Stentor