Verhaal

Levie Simons

Door: Robby

Levie Simons stapte in 1931 over van voetbalclub Upright naar WVV. Hij was toen 33 jaar oud. Levie was geen voetbaltalent en speelde nogal wild. Zijn grootste prestatie in zijn eerste seizoen bij WVV was toen hij tijdens een uitwedstrijd te Assen, in de laatste minuten van de wedstrijd eindelijk mocht invallen, de kraaien van het Asser bos op de vlucht deed slaan. Levie speelde voor de gezelligheid.
In de veteranenteams van de jaren 30 had hij het zeer naar zijn zin. Uitwedstrijden van WVV werden waar mogelijk op de fiets bezocht, Levie was dan regelmatig voor in de stoet te vinden. Aan feestavonden van WVV droeg Levie als vanzelfsprekend bij. Spraakmakend was het circusnummer waarin Levie optrad als leeuwendompteur. In de late jaren 30 werd hij ook bestuurlijk actief binnen WVV. Levie Simons was een prominente figuur binnen de Winschoter middenstand.
Hij wist sport, gezelligheid en zaken doen goed te combineren. Zijn meubelwinkel in de Engelstilstraat 14 deed het waarschijnlijk uitstekend. Levie adverteerde graag en veel, ook in het WVV-clubblad: ‘In de Engelstilstraat troont de MEUBELKONING, die zorgt voor verfraaiing van uw woning’.
Op verschillende plaatsen in Winschoten waren de reclameborden van de meubelkoning te vinden. Naamsbekendheid kreeg hij verder door zijn steun aan goede doelen, waaronder het Leger des Heils. Levie kende alle straatpreken van het Leger uit zijn hoofd. Uit zijn steun aan andere goede doelen kwam de concurrentiestrijd tussen Levie en een andere meubelhandelaar uit de buurt, Henry Slager, duidelijk naar voren. Gaf de één bij collectes een fors bedrag, de ander zou nooit vergeten de lijst te bestuderen om daarna minstens het dubbele van de concurrent te noteren. Het werkte wel. Om een stukje uit het clubblad van WVV te citeren: ‘Onze burgemeester zat op de tribune en verder nog enkele andere belangrijke en bekende personen, zoals Levie Simons.’
In juli 1939 werd Levie in het ziekenhuis opgenomen, hij moest geopereerd worden. Hij was akelig stil op de dagen voor hij geopereerd zou worden. Nadat de operatie verricht was stuurden clubmaten hem een fruitmand. Vervolgens kwamen ze op bezoek bij hun vriend en teammaat. Het viel hen echter wel tegen toen ze zagen dat Levie niet de traditionele WVV-kleuren op zijn pyjama had staan, rood en zwart. Ze vertelden hem dat veel mensen hem graag weer terug zouden zien bij de club.
Zijn laatste jaren bij WVV trad Levie op als terreincommissaris. Over zijn verdiensten in deze functie lopen de meningen uiteen. Zeker is dat zijn strijd tegen de mollen onder het gras van WVV indruk heeft gemaakt. Er was ook kritiek. Het hinderde sommige leden dat Levie tijdens wedstrijden soms vergat om ‘onbescheiden toeschouwers van even onbescheiden plaatsen te verwijderen’. Niettemin kwam het voor vele WVV’ers als een volslagen verrassing dat de algemene ledenvergadering Levie wegstemde als terreincommissaris in het voorjaar van 1941. De stemming zou niet representatief zijn geweest voor wat er onder de meerderheid der leden leefde!
Anders dan wordt beweerd in een recent boek over Joden in Winschoten moest Levie niet aftreden omdat de Duitse bezetter Joden op bestuursposten verbood. In het voorjaar van 1941 was dat laatste in de sport alleen een kwestie waar het Joodse bestuurders van sportbonden betrof. Het clubblad nam afscheid van Levie in een lofdicht: 'Wie zorgde voor ballen, voor struik en voor boom, Herstelde de netten en ontving geen loon? Het was Levie, de man met de stieren nek. Weg is zijn illusie: van het draaiende hek! Wie was zo actief wanneer het ging om het veld? Maar wie was ook op zijn eer zo gesteld? Het was Levie, de man van het schone plantsoen. Nu is hij weggezonden zonder pensioen. We zullen hem missen de man van de daad, De meubelkoning uit de Engelstilstraat. De schrik van de mollen, de steun van het bestuur, Weggestemd door de leden in een onzalig uur. Achteraf heeft nu iedereen spijt W.V.V. is zijn terreincommissaris kwijt. Het bestuur zonder Levie, het land zonder heer, We wensen allen: kwam Levie maar weer, Het zou een geluk zijn voor veld en voor bos Als hij weer kwam de man van: Wie maakt mij los.'
Levie was getrouwd met Abrammine (‘Mina’) Bollegraaf. Ze hadden twee zoons, Hartog en Lowie Simons. Een derde zoon, Bernard, overleed al vroeg. Op 15 september 1942, macaber genoeg vier dagen voor Levie’s 46ste verjaardag, werd het gezin Simons afgevoerd naar kamp Westerbork. Bijna een half jaar later werden ze gedeporteerd naar Sobibór en aldaar direct na aankomst op 5 maart 1943 omgebracht.

Bron: WesterborkPortretten

Alle rechten voorbehouden