Verhaal

Max Heimann

Max Heimann was in 1941 getrouwd met Ingeborg Heinemann, die in 1935 vanuit Westfalen naar Den Haag was gevlucht met haar ouders. Eind jaren '30 verhuisde Inge naar Amsterdam-Zuid, waar ze kinderjuf kon worden bij een Duits-joodse bankiersfamilie. Hier leerde ze ook Max kennen. In 1941 trouwde het stel. Toen de deportaties begonnen, kreeg Inge enige tijd een Sperr door bij lunchroom Delicia in de Beethovenstraat broodjes te maken voor de afdeling 'Hulp aan Vertrekkenden' van de Joodse Raad.
Op 3 maart 1943 werd Suzanne, de dochter van Max en Inge, geboren. Een bevriende kinderarts raadde hen aan de baby onder te brengen in een tehuis voor lichamelijk gehandicapte kinderen op de Emmalaan. Max en Inge besloten dit te doen. Kort daarna platzte hun Sperr en werden ze thuis opgehaald. Via Westerbork kwamen ze in Auschwitz terecht, waar Max in december 1943 overleed. Inge overleefde en haalde na de oorlog haar kind op bij het tehuis. De hereniging was moeizaam: het meisje herkende haar moeder niet en wist niet beter dan dat ze Marijke heette. Inge is haar altijd zo blijven noemen. Ze hertrouwde na de oorlog met een andere overlevende van de kampen, die voor haar dochtertje een tweede vader werd.

In 1999 werkte Inge mee aan de documentaire 'Ik bedek mijn schmertz met mijn nerts' van Renée Sanders, waarin drie Duits-joodse emigrantes vertellen over hun oorlogservaringen.

Bron: 'De Beethovenstraat' van Frank van Kolfschooten.