Verhaal

Bram van Praag doodziek op transport

Brammetje overleed in Vught

"Abraham van Praag, 10 maanden oud, staat op de transportlijst. Samen met zijn moeder en zijn broertje Wolf moet hij mee naar Westerbork. Hij is echter zo ziek dat hij op 7 juni in Vught overlijdt. Zijn moeder en broertje moeten vertrekken. Abrahams naam wordt op de transportlijst doorgestreept."

schrijft Janneke de Moei in ‘Joodse kinderen in het kamp Vught’ (herziene uitgave, maart 2017; ISBN 978-90-823609-1-2).

Op 6 en 7 juni 1943 vertrokken twee treinen met Joodse kinderen uit kamp Vught. Alle kinderen onder de 16 moesten weg, hun moeders mochten mee. Er werd gezegd dat ze naar een speciaal kinderkamp in de buurt zouden gaan. De kindertransporten  gingen naar het doorgangskamp Westerbork. En vervolgens naar Sobibor in Polen. Bijna 1300 Joodse kinderen werden hier vrijwel direct na aankomst 11 juni 1943 om het leven gebracht.

Ook Betje van Praag-Fraenkel en haar zoontjes Wolf en Abraham moesten mee.

“Langs het perron (in Vught) staat de trein, bestaande uit goederenwagons, klaar. Om de kinderen met verschillende besmettelijke ziekten van elkaar te scheiden, heeft men op de wagons de namen van de ziekten geschreven. Op het perron zijn OD-ers om de mensen te helpen. Zij dragen zieke kinderen en volwassenen naar de trein. Leden van de Joodsche Raad proberen vrijstelling te krijgen voor de zieke kinderen, maar het lukt slechts in één geval. Dit kind wordt met zijn moeder teruggebracht naar het kamp, waar het diezelfde nacht sterft.”

Of moeder en broertje nog diezelfde dag op transport gingen zullen we nooit zeker weten. Het was chaos. Zeker is dat zij 11 juli 1943 in Sobibor zijn vermoord.

 

Alle rechten voorbehouden