Verhaal

Biografie van Aron geschreven door zijn nicht, de dochter van zijn broer Johan: Sarah Katznelnelson-Slager

Door: Veldhuis

Gedenkteken in Steenwijk

foto Wieske Veldhuis

Het gedenkteken met op de achtergrond het gebouw van de Odd Fellows, de plek waar de synagoge stond.

Biografie van de nicht, de dochter van de broer van Aron: Sarah Katznelson-Slager:

Aron, de zoon van Saartje Slager-Zeehandelaar en de broer van Johan Slager uit Steenwijk werd ook opgeroepen zoals zijn broer voor een werkkamp waaraan hij geen gehoor gaf. Hij sloot zich aan bij de groep bestaande uit drie uit Steenwijk, zijn moeder, broer en diens hoogzwangere vrouw en andere familie uit Den Haag en Scheveningen. De Haagse familie van Elisabeth Boutelje, de vrouw van zijn broer Johan in contact met een Nederlander die voor veel geld de familie naar Zwitserland zou brengen.

In Antwerpen zijn ze verraden en opgepakt en gebracht naar de gevangenis in Antwerpen waar Arons moeder, Saartje Zeehandelaar en Aron zelf caliumcianaat innamen. Saartje overleed 23 juli 1942 in het ziekenhuis en werd begraven, eerst in Antwerpen en later herbegraven in Putte. Aron werd ook naar het ziekenhuis gebracht maar herstelde en werd over gedragen aan de SS die hem naar Mechelen stuurde. Hij werd bij het VIII transport vanuit Mechelen richting Auschwitz in Kossel uit de trein gehaald. Het is niet bekend in welk werkkamp in Oberschlesien hij is omgekomen. Aangehouden wordt door Nederlandse instanties dat de datum van zijn overlijden 31 december 1943 is. De andere familieleden zijn naar kamp Breendonk, tussen Antwerpen en Brussel, gebracht. Zij bleven daar tot 20 augustus. Vanwaaruit zijn ze naar het Judische Zammellager in Mechelen gebracht en met diverse transporten naar Auschwitz.

Elisabeth werd 20 augustus 1942 vanuit kamp Breendonk vrijgelaten om haar kind te baren met die voorwaarde dat ze terug zou komen. Ze werd gebracht naar het Joodse Weeshuis in Brussel, die onder gezag van de SS was. Op 31 augustus 1942 baarde in het Sint Pierre ziekenhuis in Brussel een dochter Sarah terwijl Johan in gevangenschap was. Zodoende heeft hij zijn dochter nooit gekend. Want Johan werd 1 September 1942 met transport VII vanuit Mechelen  richting Auschwitz gedeporteerd. De trein stopte in het plaatsje Kossel (nu Kedzierzyn-Kozle) ongeveer 80 km ten noorden van Auschwitz en werd hij zoals de andere mannen tussen 15 en 55 jaar die in het transport zaten eruit gehaald voor dwangarbeid. Hij is, waarschijnlijk via Annaberg, naar zwangarbeits Autobahnslager Niederkirche gebracht. Hij is op 23 december 1942 omgekomen. Zie de bijdrage van Edward Haduch. Met hulp van de Belgische ondergrondse hebben Elisabeth en Sarah de oorlog overleefd.

 Sarah Katznelson-Slager

 

Alle rechten voorbehouden

Media bestand