Verhaal

Santo Serviço

Bron: De Joodsche Prins van 22 augustus 1912, blz. 34 (met aanvullingen)

Door: Frits Slicht

Isr. J. Olman

Bron: De Joodsche Prins van 22 augustus 1912 (via het IISG).

Met op het voorblad een prachtig portret van de directeur: Israël J. Olman. In het artikel op blz. 34 (het tijdschrift nummert door vanaf het eerste nummer), schrijft men dat de Joodse vereniging Santo Serviço een vereniging is waar de Portugees Israëlitische Gemeente met recht trots op kan zijn.

De vereniging bestaat: "......uit leden, krachtens de statuten van streng orthodoxe principes, die ieder, zooveel in zijn vermogens is, hun beste krachten wijden aan de verhooging van den eerdienst, heeft ij toestemming gekregen, na lange jaren van wachten, den dienst in den synagoge te helpen opluisteren op feestdagen en bijzondere Sabbathdagen."

 

Groepsfoto van het grote koor (met het kinderkoor) van Santo Servicio. Bron:  De Joodsche Prins van 22 augustus 1912 (via het IISG).

Foto: Herman Kisch

Israël Olman wordt in het bijzonder genoemd en geroemd vanwege zijn prachtige composities. De vereniging mag dan ook met rede trots zijn op hun directeur. Wel heeft de vereniging net een gevoelig verlies heeft geleden. Hun dirigent B.D. Duque is namelijk onlangs benoemd tot voorzanger van de Port. Isr. Gemeente van Hannover (moet Hamburg zijn volgens het Nieuw Isr. Weekblad). Gelukkig is er een waardig opvolger gevonden en wel de heer J. Querido. Deze had al enige jaren gediend als hulpdirigent en had blijk gegeven van zijn vaardigheden als dirigent. Hij is per 19 augustus 1912 bij acclamatie benoemd.

Bron: De Joodsche Prins van 22 augustus 1912 (via het IISG).

Tijdens deze vergadering van de 19e sprak de voorzitter de heer D.A. Aletrino. Hij herdacht onder andere het inmiddels 25-jarige bestaan van Santo Serviço.  Dit korte artikel besluit met:                                                                                                                                                                                                                           “Moge Santo Serviço, bekend door haar organisatie van goed slagende concerten, op het a.s. concert, waar o.a. een feestlied zal worden ten gehoore gebracht, getoonzet door den heer Isr. J. Olman, woorden van den Eerw. heer J. Cauveren, haar bekende roep handhaven. Dat Santo bloeie tot heil van 't Portugeesch Jodendom."

De Portugese Synagoge aan de Rapenburgerstraat met links de Muiderstraat. Prentbriefkaart uit 1900 ca, uitgave J.H. Schaefer, Amsterdam. Bron: Beeldbank SAA.

(Aanvulling Frits Slicht: opvallend is hier het noemen van J. Cauveren. Of het hier gaat om het redactielid van De Joodsche Prins is niet zeker. Het bedoelde redactielid is Jonas Efraïm Cauveren. Er is echter nog een J. Cauveren en wel: Jacques Cauveren de operazanger. Dit lijkt meer voor de hand te liggen)

Bestuur van Santo S.. Bron: De Vrijdagavond van 3 december 1927 (via Delpher).

 

Uit enkele korte artikelen in het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) in de jaren 1912-1913 blijkt dat er toch wel zorg is. Zorg vooral om het kinderkoor (jongenskoor) met haar 42 leden. Het kinderkoor dat door de vertrekkende dirigent Duque is samengevoegd met het mannenkoor van Santo. Deze samenvoeging die als een proef was begonnen, bleek een succes. Helaas blijkt in augustus 1912 (tijdens de jaarvergadering van Santo) dat de aangevraagde subsidie van ƒ 250,- is geweigerd. Of de proef daarmee ten einde komt, is op dat moment nog onduidelijk. Of het kinderkoor nog dienst kan doen is maar de vraag. Een jaar later (vermeld in het NIW van 6-6-1913) wordt alsnog een bedrag van ƒ 150,- toegezegd (door de vergadering van de Kerkenraad van de Port. Isr. Gemeente te Amsterdam). Eventuele overige kosten worden door de vereniging Santo zelf gedragen.

In 1918 bestaat de samenwerking tussen mannen- en kinderkoor nog wel in ieder geval. Het gaat hier om een optreden in Theater Bellevue. De dirigent van het koor (maart 1918) is Jacob Hamel, het is zijn eerste optreden. Jacob Hamel zou bekend worden als de oprichter van het AVRO-kinderkoor. 

In De Joodsche Prins van 27 februari 1913 is er een uitgebreid verslag van een feestavond van Santo. Omdat de verenging een reputatie heeft in het organiseren van feestavonden is de zaal van Bellevue 'stampvol'. Het koor stond onder leiding van Israël J. Olman en kreeg uitgebreid applaus. Het koor zong enige psalmen én het al eerder genoemde lied ter gelegenheid van het 25-jarige jubileum. Het lied, geschreven door J. Cauveren, was bij de vorige gelegenheid een groot succes, vandaar dat het nogmaals werd opgevoerd. Vanzelfsprekend waren er ook een aantal solozangers. De heren Querido en Van Loon zongen prachtig en verdienstelijk, maar vielen toch in het niet bij het optreden van Sigr. Giovanni Nadal. Deze Nadal, tenor van de Italiaanse Opera, verwierf werkelijk een stormachtig applaus. De schrijver/recensent schrijft in superlatieven over deze prachtige zanger. Daarna werd vooral uitgekeken naar een optreden van de violist Sam Swaap. Helaas was hij door en ongesteldheid niet in staat om te spelen. Naarstig gezocht en ook gevonden werd een vervanger. Gekozen werd voor de jongeheer (Leon of Lion) Rudelsheim (leerling van Heinrich Fiedler) een voor iedereen onbekende violist. Hij bleek, zo wordt gesteld, een openbaring. Wat hij liet horen was een openbaring en hij wordt een grote toekomst voorspeld.

Voor de begeleiding was mejuffrouw A. Henriquez Pimentel (accompagnatrice) aangezocht. Zij heeft op meer dan voortreffelijke wijze voor de begeleiding gezorgd.

Na afloop was er bal onder leiding van Manuel S. Kinsbergen en ook dit was een groot succes. Voor hen die de drukte van de dansparen uit de weg wilden gaan, waren er in een 'nevenzaal' tafels gedekt voorzien van de fijnste vleeswaren. Het was de ondernemende firma ‘Lever en Lievens’ uit de Vrolikstraat die voor gezorgd hadden dat er genoeg te eten was. Daarbij mag niet vergeten worden dat deze firma er, ondanks de kosten, naar streeft bij de vermakelijkheden te zorgen dat aan onze geloofsgenoten streng rituele spijzen worden verstrekt. Heel bijzonder was dat hun eerbetoon was verzorgd door één van hun bedienden, de heer Cauveren. Hij bracht een hulde aan Santo Servicio, geheel uit vleeswaren samengesteld!

Al met al een zeer verdienstelijke avond.

Bron: de krant van de Joodse vereniging Nachaliël. Tuinconcert in de binnentuin van de woningen van het Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring.