Verhaal

Meegenomen bij inval in tehuis Zonneschijn

Saartje Gosschalk-van Spiegel is bij een inval op 24 februari 1944 uit kindertehuis Zonneschijn in Zeist meegenomen. Ze zat daar ondergedoken.

Over het tehuis heeft de Utrechtse onderzoeker Jim Terlingen een boekje geschreven dat in 2016 is uitgekomen: 'Schaduw over Zonneschijn'. Daarin worden onder meer twee oorlogsgeschiedenissen gereconstrueerd, waaronder de inval. Terlingen heeft gereconstrueerd dat Saartje de joodse volwassen vrouw was die bij de inval werd meegenomen.

Korte samenvatting van wat over Saartje in het boekje staat:

"Niemand in Zonneschijn, waar ze sinds medio 1943 ondergedoken zit, kent haar onder haar eigen naam. De kinderen noemen haar 'juffrouw Annie'. Op haar valse papieren staat dat ze een evacué uit Scheveningen is en Anna van der Plas-van Zadel heet.

Na de inval gaat ze op 9 maart op transport naar kamp Westerbork. Op de inschrijfkaart van Saartje komt bij het beroep 'kinderpflegerin' te staan. In de periode dat zij in Westerbork verblijft, schrijft ze een brief naar haar halfzus Betje en haar man Herman Andriesse. Deze brief is bewaard gebleven. Hij is gecensureerd (blijkens een stempel) door de kampleiding.

Twee weken na hun aankomst, op donderdag 23 maart, worden Saartje en drie Zonneschijnkinderen op transport gesteld naar vernietigingskamp Auschwitz. In de trein zitten in totaal 599 mensen. Of Saartje en de drie kinderen samen in dezelfde wagon zitten, is niet bekend.

De reis duurt tweeëneenhalve dag. Bij aankomst op 25 maart zien de gedeporteerden een sneeuwlandschap. De temperatuur is net boven nul. De kinderen worden direct naar de gaskamer gestuurd. Saartje blijft in het kamp nog vijf maanden leven. Mogelijk was ze als 'kinderpflegerin' nog een tijd van nut? Haar sterfdatum is vastgesteld op 31 augustus 1944."

Zie ook: http://zonneschijnzeist.blogspot.nl