Biografie

Over Celine de Vries

De ouders van Celine (Lieneke) de Vries schrijven vanaf haar geboorte tot midden 1942 een dagboek voor haar. Hierin staat dat zij dol is op bruine bonen en graag naar de kleuterschool gaat. Als Joodse kinderen niet meer naar school mogen, begrijpt ze dat niet. Op 11 november 1942 doet de 'Sicherheitspolizei' een inval bij de textielfabriek Hollandia-Kattenburg in Amsterdam, waar haar vader werkt. Alle Joodse medewerkers worden weggevoerd. Familieleden worden dezelfde dag nog van huis opgehaald. Omdat de nazi's erg bang zijn voor besmettelijke ziekten, hangt Celines moeder een bordje achter het huiskamerraam met 'mazelen' erop. Hierdoor hoeven ze die dag niet mee op transport. Een oom probeert een onderduikadres te regelen in de buurt van Wormerveer, maar dit mislukt. Op 8 maart 1943 worden ze alsnog opgepakt en naar kamp Vught gedeporteerd.
E. Göbel en M. Muntinga-van der Zwaan, Spelen achter prikkeldraad : creativiteit van kinderen in kampen en tijdens onderduik (Vught 2006) 42

Celine de Vries (haar roepnaam was Lieneke) werd in juni 1943 met het zogenoemde kindertransport uit Vught via Westerbork op transport gesteld naar Sobibor. Zij bereikte de leeftijd van 6 jaar.
J. de Moei, Joodse kinderen in het kamp Vught (Vught 1999) 42, 83