Biografie

Over Samuel Juda Simon Hirsch

In augustus 1941 is in Het Joodsche Weekblad een overlijdensadvertentie geplaatst voor Samuel Juda Simon Hirsch. Hirsch was opperrabbijn van Overijssel en Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Op de voorpagina van dezelfde weekbladeditie staat een necrologie, en verder staat in de krant een beschrijving van de begrafenis. Een week later is in hetzelfde weekblad een In Memoriam geplaatst van de hand van H. Gelder.

Samuel Juda Simon Hirsch was de zoon van Rabbi Sjimngoun Azarja Hirsch en Ganna Spitz. Hij studeerde aan het Nederlands Israëlietisch Seminarium, waar hij in augustus 1900 het moree-examen aflegde. Kort daarna volgde zijn benoeming bij het Beth Hamidrasj en bij Talmoed Thora en tot bestuurder van het Theologisch Genootschap Reisjies Gochmo. In 1902 werd hij benoemd tot opperrabbijn van het ressort Overijssel. De installatie vond plaats op 13 juni 1902 te Zwolle. Hirsch was voorzitter van de Nederlandse afdeling van de Agoedat Jisra'el en hij was jarenlang bestuurslid van Pro Juventute te Zwolle en van de Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose.

Op 7 september 1941 is in de synagoge te Zwolle een herdenkingsdienst gehouden voor S.J.S. Hirsch waarvan een verslag is verschenen in Het Joodsche Weekblad. De herdenkingsdienst werd geleid door opperrabbijn S. Dasberg. Uit het verslag: 'In het slot van de treurrede sprak opperrabbijn Dasberg een door hemzelf vervaardigd Hebreeuwsch rouwgedicht uit, gemaakt naar de beginletters van de naam van wijlen opperrabbijn Hirsch'. Samuel Juda Hirsch en zijn vrouw Betty Wormser hadden tien kinderen, waarvan er twee, die elders woonden, de oorlog overleefden.
Het Joodsche Weekblad, 15 augustus 1941, 1, 7 en 11;
Het Joodsche Weekblad, 22 augustus 1941, 6;
Het Joodsche Weekblad, 12 september 1941, 10;
M.H. Gans, Memorboek. Platenatlas van het leven der joden in Nederland van de middeleeuwen tot 1940(6e bijgewerkte druk; Baarn 1988) 498, 801 en 804

Zie ook het Biografisch Woordenboek van Nederland.