Verhaal

De journalist Maurits Hamburg

Door: Frits Slicht

Hoewel Maurits Hamburg staat ingeschreven als ‘ambtenaar van het pensioenbureau’ en werkzaam bij de Gemeente Amsterdam, was hij toch meer dan dat. Hij heeft namelijk ook de nodige journalistieke activiteiten ondernomen, vooral voor het tijdschrift “De Vrijdagavond, Joodsch Weekblad”. Ik schrijf vooral, omdat het bijna onmogelijk is om na te gaan of en in hoeverre hij ook voor andere tijdschriften of kranten heeft geschreven. Maurits en Hamburg komen zo vaak voor, dat is ondoenlijk om allemaal na te lezen en of te zoeken.

Bron: Stadsarchief Amsterdam, inv. nr. 30579-547 Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden

Liefde voor de muziek
In ieder geval heeft Maurits Hamburg een grote belangstelling gehad voor de synagogale muziek. Hij was ook een groot bewonderaar van Samuel Henri Englander, de dirigent van het Koor van de Grote Synagoge. Hij was één van de zeer weinigen (de enige?) die Samuel Englander heeft geïnterviewd en voor zover ik heb begrepen is daar ook een vriendschap uit voortgekomen. Dit interview is verschenen in: De Vrijdagavond van 19 november 1926.
Een jaar later heeft hij een tweetal artikelen in De Vrijdagavond (jrg 4, 1927, no 32, 04-11-1927) onder de titel: Synagogaal Muzikale Causerieën uit Amsterdam.

Dit is een fragment van een veel langer artikel over Santo Servicio. Geschreven door maurits Hamburg. Bron: De Vrijdagavond van 4 november 1927.


Het eerst gaat over het koor Santo Servicio waar hij eigenlijk nogal negatief over is. Het tweede betreft een bespreking van een radioconcert van Synagogale Gezangen door het Koor van de Grote Synagoge. Dat is zondermeer een zeer lovend artikel, vooral ook over de zanger Jo Rabbie. Hij ziet met grote belangstelling een ‘Jo Rabbie radio-zanguurtje’ tegemoet, met Englander aan de piano!

Een jubileum
In 1934 schrijft Maurits Hamburg voorwoord in het programma t.g.v. het twintigjarige jubileum van Samuel Englander. Het is echter meer dan dat, het is een mooie biografie.

Bij dezen een tweetal citaten:
“Ten tweeden male noodt ons een jubileum van S. H. Englander te bepalen, welke plaats deze markante figuur in de Amsterdamse muziekwereld zich heeft verworven en hoezeer hij, als herscheppend kunstenaar, de vocale volkskunst en de Nederlands - Joodsche kuituur aan zich heeft verplicht. Door Victor Schlesinger, toentertijd voorzanger bij een der Amsterdamse synagogen, in de beginselen van de muziek onderricht, ziet Englander in 1916 zich op 20-jarige leeftijd als dirigent voor het koor der Grote Synagoge geplaatst. Na enige jaren studie bij Olman, Mejuffrouw Van Ancum en les Bos stelde hij zich onder de leiding van Fred. Roeske, koorleider en pedagoog bij uitnemendheid. De invloed van Roeske op de muzikale en esthetische vorming van Englander is zodanig, dat zonder enige overdrijving Roeske de geestelijke vader van Englander moet worden genoemd. Als dirigent ter Grote Synagoge voorziet hij het koor aldaar in de loop der jaren van een nieuw, uitgebreid repertoire; alle bewerkingen voor mannenkoor (verreweg het grootste gedeelte der synagogale koorwerken Is voor gemengd koor geschreven) van eigen hand. Het is overbodig hier te wijzen op de vermaardheid, die het koor der Grote Synagoge te Amsterdam — later voor bepaalde gelegenheden omgedoopt in „Amsterdams Joods Koor" — in binnen en buitenland zich heeft verworven. Vermeld zij slechts het internationaal concours van synagogale koren, in 1928 door het Joods Weekblad „The Jewish Chronicle" uitgeschreven en te Londen gehouden, bij welke gelegenheid Englanders koor de eerste prijs wist te behalen.”

“Gezien het hierboven geschetste Verleden, moge ik dit voorwoord besluiten met slechts deze ene, korte opmerking ten aanzien van Englander: het Verleden is de beste waarborg voor de Toekomst."

Brief uit Westerbork
Uit een typoscript van Lou Nieweg (geschreven na 1945) blijkt dat Maurits Hamburg een bericht heeft geschreven over Samuel Henri Englander.
Hij schrijft:
“Tot mijn grote spijt moet ik U berichten dat alles vergeefs is geweest, E. is j.l. dinsdag doorgestuurd. Tegen het noodlot valt niet te strijden.
Misschien is het wel juist, dat U Mr. Spruyt in deze zin een telefoontje geeft, dat U hem bedankt voor de tot op heden verleende medewerking, maar dat de bewuste persoon daar niet meer is, zodat elke actie verder geen zin heeft. Je kunt nooit weten hoe we later zo iemand nog eens nodig hebben. Waarom hebben de Goden niet anders gewild? Laten we hopen, dat het einde nabij is.”
(Bron: JHM, typoscripten van een artikel van L. Nieweg over Samuel Englander, Inv.nr. D007658)

Bovenstaand citaat slaat op de poging om via de burgemeester van Amsterdam het gezin Englander op de Barneveld lijst te plaatsen. Mr. Spruyt was toen de secretaris van de burgemeester, de foute burgemeester Voûte!
Het citaat suggereert dat Maurits Hamburg ook in Westerbork is. Indien dit zo is, is ook voor hem het einde nabij. Maar niet het einde dat hij in gedachten had. Op 29 juni 1943 vertrekt hij met het zestiende transport naar Sobibor waar hij drie dagen later wordt vermoord.

Mogelijk is dit bericht verstuurd aan de heer Kuil, directeur van Kunst en Strijd, het socialistische gemengde koor uit Amsterdam Noord. Samuel Englander was de zeer succesvolle dirigent van dit koor.
Lou Nieweg was naast een goede vriend van koorleider/dirigent Samuel Englander ook lid van het Koor van de Grote Synagoge.

Tot slot nog dit:

Maurits Hamburg was de zoon van Eliazer Hamburg. Eliazer Hamburg was Opperrabbijn van Groningen. Over zijn vader schrijft hij op 24 april 1925 een biografie, een biografie over 'Wijlen Opperrabbijn Hamburg, mijn Vader'. 

Portret van Eliazer Hamburg, vader van Maurits!

Volgens het Joods Biografisch Woordenboek was Maurits Hamburg: Voorzitter van de Nederlndse Vereniging tot Bescherming van Dieren. Dit past dan helemaal in het beeld dat David van Huiden over hem vertelde (op 11 juni 2017).

Alle rechten voorbehouden