Verhaal

Joodsche 5-jarige HBS oorspronkelijk Mauritskade Amsterdam

Door: Mannheim

Dit zijn persoonlijke herinneringen aan de klassen 1C en 2A van de Joodsche HBS van oktober 1941 tot december 1942 aan de Mauritskade en van december 1942 tot respectievelijk februari 1943 en juni 1943 in de Stadstimmertuinen te Amsterdam.

Gebouw Joodsche HBS Mauritskade okt.1941- dec.1942.
Aan de Mauritskade 24 te Amsterdam werd in oktober 1941 de “Joodsche HBS met Vijfjarige Cursus” geopend.

Door: Mannheim
Alle rechten voorbehouden

Met ingang van het schooljaar 1941/42 werd het Joodse kinderen verboden reguliere scholen te bezoeken. De Joodsche Raad moest allerlei scholen voor Joodse kinderen oprichten en Joodse leraren daarvoor aanstellen.

Aan de Mauritskade 24 te Amsterdam werd in oktober 1941 de “Joodsche HBS met Vijfjarige Cursus” geopend. (Deze naam stond nog tientallen jaren na de oorlog boven de ingang). Directeur was E. Frenkel en plaatsvervangend directeur M. Belinfante. De aangestelde leraren, die allen door de anti-Joodse maatregelen hun vorige baan hadden verloren, waren blij weer aan het werk te kunnen gaan.

Als beginnend HBS-er kwam ondergetekende, evenals zijn latere vrouw Rosalie Vlessing, in klas 1C. Deze klas bevatte voornamelijk leerlingen uit Amsterdam-Oost, een minderheid kwam uit Zuid. Daarnaast waren er nog twee andere eerste klassen: 1A uitsluitend voor meisjes en klas 1B met voornamelijk leerlingen uit Zuid. Verder waren er de hogere klassen van 2 tot en met 5, maar daar hadden wij weinig contact mee.

In het eerste schooljaar, 1941/1942 was de toestand op school, ondanks de moeilijke omstandigheden daarbuiten, redelijk normaal; het onderwijs was niet anders dan op andere, soortgelijke scholen. De meeste leraren konden goed orde houden, enkele uitzonderingen daargelaten. In het algemeen werd er behoorlijk onderwezen. De leerlingen gedroegen zich net als andere eerste klas scholieren, soms werd door enkelen de boel op stelten gezet. Zo werd er tijdens een les van mevrouw Caro eens een muis in de klas losgelaten, met als gevolg een hele herrie. Maar in het algemeen werd er vrij goed gewerkt.

De leerlingen, die verder weg van de school woonden, konden gebruik maken van de fiets of het openbaar vervoer. Hieraan kwam een einde toen in mei 1942 het openbaar vervoer voor Joden verboden werd en de fietsen van Joden ingeleverd moesten worden. Van dat moment af moesten docenten en leerlingen van huis naar school lopen. Gezien de grote afstand was dit voor de scholieren uit Zuid extra moeilijk en bovendien moesten we altijd een tas met schoolboeken meenemen. Die tas was, als er aardrijkskunde op het rooster stond, nog zwaarder door de grote Bosatlas die ook mee moest.

Nadat wij vanaf het schooljaar 1942/1943 in klas 2A zaten, veranderde de toestand drastisch, omdat op 15 juli 1942 de deportaties begonnen waren. Regelmatig waren er razzia’s in de stad en verschenen er minder leerlingen op school. Er kwamen op school veel lege plekken van leerlingen, waarvan het merendeel gedeporteerd was en een klein deel ondergedoken. Oorspronkelijk liep ik met een groepje van zes leerlingen naar school, maar op het laatst was ik de enige. Op een gegeven moment was het aantal leerlingen zo drastisch geslonken, dat in december 1942 de leraren en overgebleven leerlingen werden overgeplaatst naar het Joodsche Lyceum in de Stadstimmertuinen.

Vanaf januari 1943 werden ook leraren gedeporteerd en de lege plekken op school werden alsmaar groter. In februari 1943 kwam ook ik in Westerbork terecht. In mei 1943 werden de overgebleven leerlingen van de Joodsche HBS en het Joodsch Lyceum samengevoegd met de al sinds 1928 bestaande orthodox-Joodse HBS aan de overkant in de Stadstimmertuinen. Er waren toen al zo weinig leerlingen en leraren overgebleven, dat er van les geven geen sprake meer was. De tijd werd doorgebracht met pingpongen en andere recreatie, ook met de nog aanwezige leraren.

Op 20 juni 1943 vond er een heel grote razzia plaats in Amsterdam-Zuid en Oost. Bijna alle nog aanwezige Joden werden opgepakt en naar Westerbork gestuurd. Mijn vrouw en haar familie konden net voor de razzia vluchten en onderduiken.

Hiermee kwam de facto een einde aan de Joodsche HBS en de overige Joodse scholen. De school bleef nog bestaan tot september 1943, toen de laatste nog in Amsterdam verblijvende Joden werden opgepakt en naar Westerbork gestuurd. Hieronder waren de enkele nog in functie zijnde leraren en de nog aanwezige leerlingen.

Dat was het definitieve einde van de school.

Klas 1C bevatte oorspronkelijk 29 leerlingen, hiervan zijn de volgende 21 door de Nazi’s vermoord:
Aldewereld, Salomon; Agsteribbe, Selma; Blog, Jannie;
Bouwman, Bernard; Brandon, Eva; Brandon, Lion; Citroen, Roelof; Courant, Willem; Gobes, Maurits; Granaat, Maurice; Levy, Paul G; Polak, Louis; Polak, Piet; Schenkkan, Mary; Schuit, Robert; Swaab, Samuel; Uijenkruijer, Jacob G; Vischschraper, Samuel; Vries, Bernard A. de; Vries, Coenraad L. de; Winnik, Alex.

Klas 2A bevatte oorspronkelijk 21 leerlingen, hiervan zijn de volgende 11 vermoord:
Aandagt, Gretha; Guttmann, Eva Hermine Carla; Joosten, Joseph; Köster, Stefan; Ledermann, Susanne; Loewenthal, Willy; Meents, Louise Kea; Oppenheimer, Rudolf; Stuiver, Henriëtte; Wijnberg, Ina; Wolf, Ruby.

Er bestaat er naar mijn weten geen foto van de klassen 1C en 2A, zodat er helaas geen gezichten aan de vermelde namen gegeven kunnen worden.

R.E. (Eddy) Mannheim

Alle rechten voorbehouden