Verhaal

Johanna de Haas-Kroonenberg

Tante Jo

Mijn vader schreef zijn herinneringen op en heeft het daarbij ook over zijn tante Jo en oom Johan (Anne Marinus de Haas).

 "De enige nog in leven zijnde zuster van mijn vader was tante Jo. Zij speelde piano en was daarin ook lerares. Ze had vroeger ook de dansmuziek verzorgd op de enige dansschool die IJmuiden rijk was, de dansschool van van Dijk, maar dat weet ik alleen van horen zeggen. Wat ik echter wel weet is dat ze pianorecitals gegeven heeft voor de radio. Dus moet ze toch wel goed zijn geweest. Ik was hier altijd erg trots op en kwam zwaaiend met het radioprogrammablad op school.

Ik had in IJmuiden nog een tante Jo. Namelijk de vrouw van oom Meijer, een broer van mijn vader. Om deze beide tante Jo's uit elkaar te houden noemden we deze piano spelende tante Jo 'tante Jo van de kippetjes'. Want inderdaad, ze had een kippenhok in de tuin. Ze had ook een winkel, waarin ze bladmuziek, mondharmonika's, grammofoonnaaldjes en andere kleine muziekattributen verkocht. En ook... grammofoonplaten! Wie een plaat wilde kopen, en daar eerst iets van wilde horen, kon luisteren via de luidsprekers in de winkel. Koptelefoons bestonden nog niet. Als ik bij mijn tante was, genoot ik met volle teugen van die muziek.

"Met mijn piano spelende tante Jo had ik een speciale band. Ze is twee keer getrouwd geweest. Haar eerste man heb ik nooit gekend, wel haar tweede. Die heette oom Johan de Haas. Hij en mijn tante kibbelden aardig wat af en in dit verband herinner ik mij het volgende. Ik was eens met mijn vader bij hen op visite, toen ze op een bepaald moment een knallende ruzie kregen. Onze aanwezigheid hadden ze helemaal vergeten, en nadat we hun verbale strijd een tijdje hadden aangehoord, slopen we hun huis uit en begaven ons maar naar de andere familie in IJmuiden."

"Ook tante Jo van de kippetjes kwam op een bepaald moment dicht bij ons in de buurt van de Tugelaweg in Amsterdam terecht. Op een dag kwam er een politieman van de normale gemeentepolitie bij ons aan de deur met de mededeling, dat tante op het politiebureau in de Linnaeusstraat zat. Ze was van huis gehaald, maar een bepaald iets had ze vergeten mee te nemen. En de politie vond het goed dat dat alsnog bij haar thuis opgehaald zou worden. Zo ging toen mijn moeder in gezelschap van een politieman naar het huis, waar mijn tante ingekwartierd was geweest om dat betreffende 'iets' te halen. Zo was mijn moe dus de laatste die deze tante Jo voor het laatst in leven heeft gezien."

 

Alle rechten voorbehouden