Verhaal

De damesafdeling van Rechouwous

Door: Frits Slicht

De vrouwen van de joodse vereniging Rechouwous richten hun eigen afdeling op.

In het juni nummer (1926) van het Maandblad Rechouwous maakt de redactie melding van de oprichting van een damesafdeling.
Enkele citaten uit dit bericht:

  1. “Dezer dagen heeft ‘Rechouwous’ een Damesafdeeling gesticht. Dit weder een stap in de goede richting, omdat een goed Joodsch ‘gezin’, waaronder men Rechouwous kan rangschikken, veel er toe kan bijdragen, dat in zijn woning een ware Joodsche geest heerscht.”
  2. “Vooral, als na een week van intensieven arbeid de Jood zijn woning in een heerlijk frisch Sjabboskleed treft, gevoelt hij zich eens geheel en al vrij van alle dagelijksche beslommeringen.”
  3. “Daar dus de vrouw zoo’n belangrijke taak in het Joodsche gezin heeft, kan zij zorgen, dat haar man trouw ter Sjoel komt, de kinderen trouw de Joodsche school bezoeken.”

De redactie verwacht dat: “de vrouwen prachtige propagandisten van Rechouwous worden en zullen dan het Joodsche leven in de Indische Buurt helpen bevorderen.”

Bron: het NIW van 20 februari 1931.



Bovenstaande bijeenkomst, de eerste bijeenkomst, heeft plaatsgevonden op 26 mei 1926 (Bron: NIW 4 juni 1926). Opvallend is dat de sprekers allen man zijn. Zo spreekt Levie Vuisje (voorzitter van Rechouwous) het openingswoord en niet bijvoorbeeld de beoogde voorlopige voorzitter van de damesafdeling. De inleidster van de bijeenkomst zou Carolina Eitje zijn, helaas is zij ‘door plotselinge ongesteldheid’ verhinderd. Voor haar spreekt de heer S.H. Workum. Hij geeft een korte lezing over de (traditionele) rol van de vrouw. Ontwikkeling op Joods gebied is zeer belangrijk. Alleen dan zou zij haar man tot hulp zijn. Als voorbeeld van ‘goede joodse vrouwen’ noemt hij o.a.: Sara, Rachel, Lea en anderen. Hij besluit met de zin dat hij het toejuicht: “…dat hier een vereniging zal worden gesticht, die zich de ontwikkeling van de vrouw ten doel stelt en wenst haar van harte veel succes toe.”
Tussen haakjes: “Toejuichingen”.

Het bestuur van damesafdeling in 1930

Bij het Ie lustrum der Vereen. Rechouwous", heeft de Damesver. „Ngesras Nosjim" geschenken aangeboden, bestaande uit een stel zilveren siertorens en een zilveren jad, welke laatste door de fam. Vrengel is beschikbaar gesteld.
Zittend v.l.n.r. de Dames: Vuisje, De Boer, Vrengel, Coppenhagen, Italiaander en De Valenca. Staand v.l.n.r. de Heren: L. Vuisje, H. Rubens, M. Vrengel,
Ph. Coppenhagen, A. L. v. Lier, H. Leeser.

Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden

Volgens het NIW treden er 45 leden toe, de contributie wordt gesteld op 15 cent per maand. Waar de bijeenkomst werd gehouden, is helaas niet bekend.
“Tot bestuursleden werden (benoemd) de Dames D. Vorst-Vorst, S. v. Creveld-de Lieme, M. Italiaander, B. Witsenhausen-Schelvis en E. Vuisje-Smalhout, allen leden van het voorlopig comité.
Als nieuwe leden werden de Dames v. Gelder en de Vries gekozen.
De dames Cohen, De Vries, Vuisje, Reindorp en Turfreyer verklaarden zich bereid als cursusleidster te fungeren.”
Opvallend, mijns inziens, zijn de overeenkomsten met de namen van de bestuursleden van de ‘algemene’ vereniging Rechouwous.

Haast vanzelfsprekend wordt de bijeenkomst ‘gezellig’ afgesloten:
“In het gezellig samenzijn, dat den avond besloot, werkten de dames Pezaro, Polak en Hamburger mee, voorts de heren De Jong, Hamburger en Biegel.”
Een maand later, op 28 juli 1926, organiseert de damesafdeling een bestuursvergadering. Op deze bijeenkomst wordt een voorlopig bestuur samengesteld. Een drietal weken later, op 17 augustus 1926, wordt een commissie samengesteld die als doel krijgt: “huisbezoek in de verschillende Joodsche gezinnen ter vergrooting van het ledental dezer damesvereeniging.”

Op 27 april 1927 organiseert (locatie: onbekend) de damesafdeling een propaganda avond. Er zijn meer dan 300 personen aanwezig! De presidente van de damesafdeling is op dat moment een mevrouw De Boer.

Mevrouw De Boer was enige tijd voorziter ('presidente') van de damesafdeling van Rechouwous. Bron: het NIW van 19 september 1930 (via delpher).

Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden


Zij opent de bijeenkomst waarna zij de heer E. Groenstad het woord geeft. Hij was één van de eerste bewoners van de Indische Buurt. Er woonden toen hooguit 10 gezinnen. Thans, zo zegt hij: “20 jaren later, vindt hij een buurt terug, waarin meer dan 500 Joodsche gezinnen wonen.” (bron: NIW 6 mei 1927).
Gezien de inhoud van zijn rede moet er sprake zijn van behoorlijke kennis van cultuur en religie. Het is een conservatief religieus getinte lezing. Ik vermoed daarom dat het hier gaat om: Ephraim Groenstad, godsdienstleraar. Hoe dan ook, de heer E. Groenstad is een veelgevraagd spreker (bron: Delpher met als zoekopdracht: E. Groenstad).
Tijdens de bijeenkomst wordt in het kort uiteengezet welke activiteiten er ondernomen gaan worden. De activiteiten zullen zich vooral richten op de Joodse leer, op het organiseren van cursussen en: “het verzorgen van gewijde klederen voor de Synagoge.”

Het tweede deel van de bijeenkomst heeft een ontspannen karakter. Er komen optredens van o.a. “ “Prof. Cocodurus” die optreedt als conferencier. Verder zijn er de twee solozangers: L. Dupont en de heer Brandon en de vioolspeler Van der Woude.

De activiteiten van de damesafdeling zijn regelmatig terug te vinden in het NIW. Opvallend is dat op een gegeven moment de naam “Ezras Nosjiem” (Hebreeuws voor: Hulp der Vrouwen) wordt gebruikt. Deze naam wordt op verschillende manieren gespeld. Eén ding staat wel vast, de naam wordt vaker gebruikt voor ‘Joodse dames verenigingen’). Zo is er in ieder geval een damesafdeling van Benei Beries Beweis Jaangakouw (NIW 27 maart 1893), uit de Commelinstraat.


Aankleding en zorg zijn belangrijk. Regelmatig wordt melding gemaakt van geschenken, rituele voorwerpen als kandelaars bijvoorbeeld, die worden geschonken aan de synagoge. Maar ook kleden die door de dames in gezamenlijkheid worden vervaardigd. Er zijn veel bijeenkomsten met aandacht voor religie en cultuur.
Maar, en dat is wel belangrijk, altijd worden de bijeenkomsten afgesloten met ‘gezellige activiteiten’. Zangers, musici, maar ook conferenciers veraangenamen de bijeenkomsten. Misschien zijn het ook wel lokkertjes. De bijeenkomsten zijn gratis toegankelijk.
Het bestuur kent vele wisselingen. Opvallend is wel dat er een duidelijke familierelatie te vinden is tussen het ‘mannenbestuur’ en het ‘vrouwenbestuur’. Duifje Vorst is bijvoorbeeld getrouwd met Samuël Vorst (van de propagandacommissie). In de jaren dertig is Sara Hangjas-Boas de voorzitter. Zij is getrouwd met Joseph Marcus Hangjas (secretaris).
Hieronder een afbeelding met het bestuur uit 1930.

Alle rechten voorbehouden