Verhaal

Samuël Vorst: bestuurder én conferencier?

Door: Frits Slicht

Over een eenvoudige 'kleine man'.

Samuël Vorst is geboren op 23 juli 1891 als zoon van Philip Vorst (diamantslijper) en Koosje Wagenaar (naaister). Wat nog wel belangrijk is, is dat zijn grootvader Samuel Joseph Vorst is. Niet omdat deze driemaal getrouwd is geweest (met: Sara Kisch, Merlina Cohen en met Rosetta Frenk. Bron: www.wiewaswie.nl ), maar om een andere reden. Dat zal later blijken.
In het gewone dagelijkse leven is Samuël werkzaam als elektricien. Dat is niet zijn oorspronkelijke beroep. In oktober 1910 wordt hij gekeurd (militieregisters, lotingsnummer 2048). Daar valt te lezen dat zijn beroep diamantbewerker is. Hij wordt overigens afgekeurd, hij is te klein. Samuël is nog net geen 1.48 meter.

Samuël is vanaf het begin betrokken bij de oprichting van de Joodse vereniging Rechouwous. Een enkele keer zal hij adverteren in de krant van de vereniging. In artikelen die later verschijnen in het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) wordt hij regelmatig genoemd. Zo wordt hij genoemd als docent van een cursus, maar wordt hij ook bedankt omdat hij de kosten voor de aanleg van elektriciteit in het nieuwe bidlokaal aan de Molukkenstraat voor 75% voor zijn rekening neemt (NIW 8 sep. 1926).

Op 13 augustus 1925 trouwt hij met Duifje Vorst. Duifje is geboren op 18 januari 1901. Zij is de dochter van Joseph Vorst (diamantversteller) en Jansje Moscoviter.
Joseph Vorst, haar vader, is de zoon van Samuel Joseph Vorst.
De vaders van Samuël en Duifje zijn broers.

In het bestuur

In het bestuur van Rechouwous is hij secretaris van de propagandacommissie. Het is niet echt duidelijk wat deze commissie als doel heeft. Wat zeker is, is dat zij de joodse buurtbewoners (van de Indische Buurt) willen ‘bereiken’. Dit doet men bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten. Bijeenkomsten die veelal worden georganiseerd in het gebouw Eltheto (Javastraat 118).
Behalve dat daar de Opperrabbijn A.S. Onderwijzer zal spreken, verlenen ook het koor van de Grote Synagoge en andere artiesten hun medewerking. Het NIW van 22 januari 1926 geeft aan dat het ‘een gezellige bijeenkomst’ is geweest. Gezellig, het woord is terecht gekozen, is de omschrijving voor de vele bijeenkomsten die volgen. Er is namelijk altijd wel een koor, een strijkje, zelfs is er ruimte voor een klein jazzcombo of een andersoortige artiest die de avond kan veraangenamen.
Gezelligheid, ja! Maar altijd is er aandacht voor het geloof, voor kennisoverdracht over Joodse religie en cultuur. Deze overdracht staat hoog in het vaandel van Rechouwous.

Wie is Little Sammy

Eén van de artiesten die de eerste jaren regelmatig de avonden opluisteren, is “Little Sammy”. Deze “Little Sammy” heeft iets met de vereniging te maken. In de eerste negen nummers van het Maandblad Rechouwous verschijnen er regelmatig korte verhalen, samenspraken of andere bijdragen van deze “Little Sammy”.
De eerste bijdrage is terug te vinden in het maartnummer van 1926. Het is in de vorm van een Samenspraak: “Een afgeluisterd gesprek in lijn 14”. Het gaat om een samenspraak, een dialoog, tussen Bram en Jaap. Jaap, zo blijkt, woont nog niet zo lang in de Indische Buurt en kent daarom Rechouwous niet. Bram vertelt hem daarover en weet hem over te halen om lid te worden. Hij vertelt over de gezellige bijeenkomsten en het belang van de vereniging. Jaap is snel overgehaald en maakt direct ook maar zijn broer en zijn oom lid. Bij de halte: “Sumatra, conducteur”, nemen ze afscheid. Bram zegt: “Tot ziens Jaap! Kom je sjabbos in sjoel, Molukkenstraat 89?” Jaap antwoordt: “Ja zeker Bram, adieu.”

Uit dit korte artikeltje uit het NIW van 8 juni 1928 blijkt dat Samuël Vorst Little Sammy is.

Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden

Zijn schriftelijke bijdragen in het Maandblad zijn aan de serieuze kant. In het maandblad start hij ook met een feuilleton: “Beter ten halve gekeerd dan…. . Levensschets door Little Sammy”. Het gaat over de moeizame liefdesrelaties van ene Jaap de Groot. Er gaat veel mis, maar uiteindelijk trouwt hij met een lief joods meisje. Hij keert, hoewel nooit echt afgedwaald, terug tot het Joodse geloof. Zijn ouders, echte oprechte Joden, zijn voor hem het voorbeeld. Hij wordt ook nog eens actief medewerker van de Joodse vereniging in het nieuwe stadsgedeelte van Amsterdam. Hij slaat geen sjoel meer over!
Heel anders moeten zijn optredens ‘in het openbaar’ zijn geweest. Hij treedt regelmatig op als conferencier en als zanger. Hij weet zijn gehoor uitstekend te vermaken. Blijkbaar is hij zo succesvol dat hij ook voor bijeenkomsten van andere verenigingen wordt gevraagd.

Wie er achter het pseudoniem van “Little Sammy” zit, wordt duidelijk dankzij een kort artikeltje in het NIW van 25 januari 1929: “Hier trad de heer S. Vorst in zijn creatie van Little Sammy op, waarmede hij het gezelschap eenige tijd prettig bezighield.”
Het voorvoegsel ‘Little’ is goed gekozen, gezien zijn lengte!
Hij treedt enkele malen samen op met een zekere Mevrouw De Jong – Zamtfort. Zij is declamatrice (mogelijk gaat het om Esther de Jongh – Zamford).

Privé leven

In zijn optredens en in zijn artikelen heeft hij misschien wel succes, maar in zijn privé leven gaat het niet goed. Op 28 augustus 1931 zal hij scheiden van Duifje. De reden is niet bekend. In ieder geval betekende het dat aan zijn ‘carrière’ als artiest én als bestuurslid van Rechouwous een einde komt. Ik kom zijn naam na 1931 nergens meer tegen Ook Duijfje die bestuurslid was van de damesafdeling van Rechouwous keert niet terug in de verslagen.

bron: Het Volk, dagblad voor de arbeiderspartij van 8 mei 1941 (via Delpher).

Door: Frits Slicht
Alle rechten voorbehouden

Samuël zal nog wel hertrouwen. Op 19 augustus 1942 trouwt hij met Jeanette Oesterman. Duifje blijft alleenstaand en zal uiteindelijk bij haar ‘behuwd broer’ (haar zwager) gaan inwonen. Haar laatste adres in Amsterdam is Vrolikstraat 36 III. Zij overlijdt op 40-jarige leeftijd in Amsterdam.

Alle rechten voorbehouden