Verhaal

Samuel Verdoner 1911-1944

Hieronder volgt een korte levensbeschrijving van Samuel Verdoner, Gazzen van Rechouwous in de Indische Buurt te Amsterdam.

Samuel Verdoner, geboren op 25 oktober 1911 is vanaf begin jaren dertig actief in het Joodse verenigingsleven. Hij is de zoon van Moses Verdoner, die aan Weesperzijde 141 huis woont. Zelf woont Samuel Verdoner later met zijn gezin op de Linnaeuskade 33 (boven). Verdoner is in eerste instantie – vanaf 1931 – vooral actief voor jeugdverenigingen als Nachaniël (Watergraafsmeer) en Tsengirei Rechouwous. De laatste vereniging, die samenkomt aan Zeeburgerdijk 226, bij de begraafplaats, is speciaal opgericht vanwege de wervende activiteiten onder de Joodse jeugd door het Leger des Heils in de Indische Buurt, en is bedoeld om jongens boven 9 jaar op Sabbathmiddag (aanvang 14.30 uur) aangenaam bezig te houden. Verdoner is in eerste instantie tweede leider, onder hoofdleider L. Gobes. Zeer betrokken is ook de familie de Vries. De heer H. de Vries is in 1914 benoemd tot bewaarder van de begraafplaats en veel bijeenkomsten vinden in de woning van de familie plaats.

"Donderdag 21 april j.l. [1932] den tweeden Seideravond, heeft “Tsengierei Rechouwous” voor hare jonge leden de gelegenheid opengesteld, om den seider te vieren. Daar er al spoedig, na de Seideraankondiging, ook vele verzoeken van niet-leden bij het bestuur binnenkwamen, besloot het ook deze toegang te verlenen. In het clublokaal, dat Zeeburgerdijk 226 gevestigd is, had de fam. de Vries de seidertafel reeds op onberispelijke wijze ingericht. Nadat alle aanwezigen hartelijk waren verwelkomd, sprak de heer S. Verdoner eenige waardeerende woorden, wegens de keurige wijze, waarop alles georganiseerd was. Spoedig werd het woord gegeven aan den heer M. Ansel, die de leiding van den “voor-Seider” op zich genomen had, van welken taak hij zich op loffelijke wijze kweet, evenals genoemde heer Verdoner, die als leider van den “na-seider” functioneerde. Het geheel had dan ook een vlot verloop, dank ook zij de diverse leiders, die, zoo vaak dit noodig was, assisteerden. Natuurlijk werd het, voor de kinderen, niet onbelangrijke gedeelte van den Seider, “men ete naar welgevallen”, niet vergeten. Toen dien avond het geluid van het laatste “arme lam” weggestorven was, bedankte de heer L. Gobes alle aanwezige leiders voor de eminente wijze, waarop allen zich van hun vrijwillige taak gekweten hadden. Ook de verschillende schenkers van giften, die den seider hebben mogelijk gemaakt, werden niet vergeten. Tenslotte dankte spr. den heer en mevrouw de Vries voor alle medewerking, die de vereeniging van hen ondervindt. De heer de Vries drukte vervolgens de ouders, die ondertusschen waren binnengekomen, op het hart, hun kinderen naar de Joodsche school en op Sjabbos naar Ts. Rech. te zenden. Nadat de heeren Ansel, Verdoner, de heer Kleinhaus en mej. Wegloop nogmaals bedankt waren voor de opofferingen, die zij zich getroost hadden, spoedden zich de kinderen, uiterst voldaan, naar huis."

Ook in 1933 wordt er weer een seideravond voor de jeugd gehouden. Op 26 augustus 1933/4 eloel 5693 verlooft Samuel Verdoner zich met Marie Wagenaar, zijn latere vrouw, met wie hij in respectievelijk 1940 en 1942 twee dochters zal krijgen.

Samuel Verdoner is zeer vaak spreker op de vaste bijeenkomsten op Sabbathmiddag en bezoekt op 16 juni 1934, samen met L. Gobes, met de kinderen het Rijksmuseum. De familie Hartog de Vries (Zeeburgerdijk 226) zorgt na afloop weer voor een onthaal bij hen thuis, waar de kinderen ontvangen worden.

Gobes neemt in juli 1934 afscheid van Tsengierei Rechouwous wegens vertrek naar Maastricht. Samuel Verdoner houdt inmiddels in augustus 1934 proefdienst op Sabbath in de Synagoge van Rechouwous, die op dat moment aan Insulindeweg 169 gevestigd is. Enige weken later wordt bekend gemaakt dat Verdoner tot voorlezer (gazzen) en cursusleider (Tourou-verklaring, Raschie, Maimonides) van de Synagoge van de Indische Buurt is benoemd. Overigens blijft hij ook zijn activiteiten bij Tsengierei Rechouwous uitoefenen. Op donderdag 6 september 1934 wordt Samuel Verdoner als gazzen en cursusleider geinstalleerd.

"De heer S. Verdoner is Donderdagavond 6 Sept. j.l. geinstalleerd als Gazzen en cursusleider bij de Vereeniging Rechouwous in een ten huize van den Heer J.M. Hangjas gehouden bijeenkomst, welke ook door Rabbijn Ph. Coppenhagen, Eere-voorzitter en geestelijk adviseur der Vereeniging werd bijgewoond, heeft de Voorzitter, de Heer A.L. v. Leer, den nieuwe functionaris met zijn benoeming gelukgewenscht. De heer Verdoner is voor de Vereeniging geen onbekende, als leider der jeugd is hij reeds nuttig werkzaam geweest. Spr. hoopt, dat hij ook in zijn nieuwe functie succes zal hebben en dat het hem gelukken zal den godsdienstzin, die in het stadsdeel nog sluimerend is, op te wekken.

De heer Verdoner dankte voor de tot hem gerichte woorden en beloofde al het mogelijke te doen om de verwachtingen niet teleur te stellen. Nadat ook nog de bestuurders, de heeren H. Leeser en J. Cohen, het woord hadden gevoerd, werd de bijeenkomst met een woord van dank aan het echtpaar Hangjas voor de gastvrije ontvangst door den Voorzitter gesloten.

In de feestelijk verlichte synagoge heeft Mevrouw De Vries-Rooselaar namens de Damesvereeniging gelukwenschen aangeboden. Spr. deelde mede, dat de Dames den inventaris van de synagoge verrijkt hebben met een stel nieuwe loopers.

De nieuwbenoemde Gazzen ging hierna op aangename wijze in het avondgebed voor. De dienst werd opgeluisterd door een koortje onder leiding van den Heer Louis van Maarsen, dat ook nog omar rabbi elngozor en mismour lesoudo zong. Rabbij Coppenharen sprak naar aanleiding van de woorden “attem nitsoowiem hajoum”. Spr. huldigde de Dames voor wat zij doen, om het bedehuis te verfraaien en de knapen voor hun mooien zang. Den nieuwen functionaris weer Spr. er op, dat hij zijn bemoeiingen niet tot de sjoel heeft te beperken. Hij zal ook zijn aandacht aan de jeugd te schenken hebben en zich moeten interesseeren voor wat er in de toekomst in de buurt gedaan kan worden om ‘t Joodsche leven tot bloei te brengen. Vooral in deze dagen is de taak van den voorganger moeilijk en zwaar. Maar ook voor hem geldt dat het “kie koorouw hadoowor”, dat de zaak nabij is en wel “befiegoo oewilwoowegoo”. Hij heeft het in zijn macht om resultaten te bereiken, als maar wat de mond uitspreekt, voortspruit uit het hart. Wat de nieuwe functionaris in dit stadsdeel heeft gedaan, ook als leider van cursussen, doet het beste voor de toekomst verwachten. Spr. besluit met den wensch “wegoojiesjoo weroowiesoo”. Leven zult gij voor uw taak en vruchten verspreiden.

De Heer Verdoner heeft voor de vriendelijke woorden van den Rabbijn dank gezegd. Als sjammes en hulp-Gazzen in het Betonsorp, waartoe hij door de Vereeniging Nachaliël benoemd werd, heeft hij zich voor zijn taak kunnen voorbereiden. Veel is Spr. bovendien den Heer de Jong, Voorlezer ter Linnaeusstraat-Synagoge – die den synagogedienst bijwoonde – verschuldigd, alsmede den Secretaris van Rechouwous, den Heer H. de Vries.

Spr. bid G. zegen op zijn werk af en wenscht, de Vereeniging een tijdperk van groei en bloei toe. Met het zingen van ngolijnoe en jigdal werd de plechtigheid besloten."

Samuel Verdoner vervult zijn taak met ere en blijft zich in het bijzonder op de jeugd richten. Hij wordt in juni 1936 benoemd als onderwijzer van de godsdienstige school van de Amsterdamse Hoofdsynagoge. Met Rechouwous gaat het minder goed. Er is geen eigen jeugdlokaal meer in de Indische Buurt en wegens de crisis is er weinig geld.

"De heer Verdoner wijst er op, dat het jeugdwerk ernstig belemmerd wordt door het gemis van een behoorlijk lokaal. Met een subsidie van f. 100,- kan in een leemte worden voorzien. Spr. doet een beroep op het kerkbestuur, dat voor het jeugdwerk in Zuid een lokaal in het Muzieklyceum heeft gehuurd, om ook Rechouwous ter wille te zijn. In de Indische Buurt is het niet de refgetrouwdorm, die bestreden moet worden, maar de zending, die door haar Kerstgaven de Joden voor zich tracht te winnen. Het Bestuur wordt naar Beis Jisroel verwezen, maar krijgt bij deze vereeniging steeds nul op het kekwest. Men zegge niet, dat de Indische Buurt dood is. Reeds mocht het spr. gelukken 8 kinderen voor de godsdienstschool te winnen. Is er een behoorlijk jeugdlokaal, dan zullen er zeker meer volgen."

Toch gaan er nog altijd 35 kinderen mee op het uitstapje in augustus 1937 naar Ouwehands Dierenpark in Rhenen. Eind maart 1938 wordt het 12,5-jarig bestaan van Rechouwous gevierd. Hoewel dit in een opperbeste stemming verloopt, beginnen steeds zwaardere schaduwen over het leven in Joods Amsterdam te hangen. Het jaarlijks reisje gaat dat jaar naar Arnhem. Somber wordt begin 1939 gesproken over de treurige toestand der geloofsgenoten in het buitenland. Een excursie gaat dat jaar naar de Joodsche Invalide. Begin 1940 begint Rechouwous nog eens een een eigen maandblad. Begin mei vindt weer de traditionele viering van de seideravond plaats met de jeugd van Tsengierei Rechouwous. Verdoner is inmiddels ook ‘bewaarder’ van de begraafplaats Zeeburg,

Op 10 mei 1940 vallen de Duitsers Nederland binnen. De Synagoge wordt gesloten en een groot aantal Joodse gezinnen verlaat de buurt. Desalniettemin draagt het bestuur van Rechouwous in augustus 1940 Samuel Verdoner op het cursus- en propagandawerk in de Indische Buurt weer op te pakken.

"In een Maandagavond j.l. gehouden bijeenkomst heeft deze uiteengezet, hoe hij zich van de opdracht hoopt te kwijten. Zijn streven zal er in de eerste plaats op gericht zijn, in deze door 200 a 250 Joodsche gezinnen bewoonde buurt, het Joodsche leven zoveel mogelijk gaande te houden en het Joodsche saamhoorigheidsgevoel er te versterken. Daartoe zullen de te organiseren cursussen niet uitsluitend leercursussen zijn, ook onderwerpen, waarin de groote massa belangstelt, zullen op populaire wijze worden behandeld. Bovendien zullen zij, die den wensch daartoe kenbaar maken, in de vakken, waarvoor zij zich aanmelden, onderwijs kunnen ontvangen. De Rasjie- en Sjoelchan Oroegcursussen zullen worden voortgezet. Ook aan een cursus voor analphabeten is gedacht. Spr. verwacht, dat deze plannen met sympathie zullen worden ontvangen en het gewenschte gevolg zullen hebben. Men zal daartoe ook kunnen meewerken door zijn woning voor het houden van cursussen beschikbaar te stellen, zoolang het geld om een lokaal te huren er nog niet is. De Sjabbosmiddagbijeenkomsten moeten wachten totdat het Kerkbestuur de daarvoor te maken kosten voor zijn rekening kan nemen."

Nog enige bijeenkomsten worden gehouden, waaronder op Linnaeuskade 33-I, waar Samuel Verdoner woont met zijn vrouw Marie Verdoner-Wagenaar (1914) en zijn dochtertjes Nannie Carry (1940). Het tweede dochtertje van het gezin, Carry Josephina, wordt volgens de beschikbare gegevens in 1942 geboren. De familie Samuel Verdoner is in ieder geval in mei 1942 nog in Amsterdam, wanneer dochtertje Carry Josephina wordt geboren – een advertentie staat in het Joodsche Weekblad (een uitgave van den Joodschen Raad van Amsterdam) en in Het Volk, Dagblad voor de Arbeiderspartij – en wordt gezamenlijk op 12 oktober 1944 in Auschwitz om het leven gebracht.

Samuel is niet de enige van de Amsterdamse familie Verdoner die door de Nationaal-Socialisten om het leven wordt gebracht. Hieronder de geboorte- en sterfdata van broers en zussen, kinderen en kleinkinderen van Moses Verdoner van Weesperzijde 141 huis, gegevens afkomstig van het Joods Monument.

Vader

Moses Verdoner Londen, 15 juni 1875 – Bergen-Belsen, 15 januari 1945

Broers en zussen

Nathan Verdoner, diamantbewerker, Amsterdam, 23 jHitlers' Holocoastuli 1884 – Auschwitz, 13 november 1942; huisgenote Lena Verdoner, Amsterdam, 18 oktober 1919 – Sobibor, 9 april 1943; huisgenote Rachel Verdoner – de Vries, Amsterdam 11 mei 1884 – Auschwitz, 13 november 1942, adres Ben Viljoenstraat 22-III

Joseph Verdoner, masseur, Amsterdam, 23 januari 1886 – Auschwitz, 19 november 1943; echtgenote Geertruida Verdoner-Salomons, maatschappelijk werkster, Amsterdam, 26 februari 1887 – Auschwitz, 19 november 1943

Michel Verdoner, sigarenmaker, 14 juli 1888 – Sobibor, 2 april 1943; echtgenote Judith Verdoner-Cardozo, Amsterdam, 24 maart 1890 – Sobibor, 2 april 1943; zoon Isaac Verdoner, student, Amsterdam, 30 september 1922 – Sobibor, 2 april 1943; zoon Benedictus Verdoner, Amsterdam, 26 april 1926 – Sobibor, 2 april 1943

Eva Gorowicz-Verdoner, Amsterdam, 7 augustus 1891 – Auschwitz, 11 februari 1944; echtgenoot Moszek Gorowicz, kleermaken, Pultusk, 9 mei 1893 – onbekend, 31 maart 1944; zoon Abraham B. Gorowicz, Amsterdam, 5 mei 1926 – Sobibor, 9 juli 1943; zoon Benedictus Gorowicz, Amsterdam, 21 februari 1935 – Auschwitz, 11 februari 1944

Heintje Engelander-Verdoner, Amsterdam, 29 juli 1893 – Auschwitz, 16 augustus 1942; echtgenoot Carel Engelander, lompensorteerder, Amsterdam, 7 november 1893 – Auschwitz, 30 september 1942; Benedictus Engelander, magazijnbediende, Amsterdam, 1 oktober 1924 – Auschwitz, 30 september 1942; Henri Engelander, Amsterdam, 7 november 1933 – Auschwitz, 16 augustus 1942, adres Blasiusstraat 92-II

Kinderen

Benedictus Verdoner, kleermaker, Amsterdam, 10 augustus 1900 – Auschwitz, 12 oktober 1944; echtgenote Naatje Verdoner-de Hond, Amsterdam, 20 juli 1901 – Auschwitz, 12 oktober 1944; dochter Elisabeth Verdoner, 14 februari 1926 – Auschwitz, 12 oktober 1944; dochter Marianne Roza Verdoner, Amsterdam, 5 maart 1928 – Auschwitz, 12 oktober 1944

Joachim Verdoner, leraar, Amsterdam, 28 juni 1902 – Auschwitz, 12 oktober 1944; echtgenote Judith Verdoner-de Hond, Amsterdam, 25 december 1902 – Auschwitz, 12 oktober 1944; dochter Netty Verdoner, 12 augustus 1929 – Auschwitz, 12 oktober 194sobibor4; dochter Margaretha Verdoner, Amsterdam, 5 januari 1932 – Auschwitz, 12 oktober 1994

Jozef Jacob Verdoner, sigarenmaker, Amsterdam, 27 augustus 1904 – Auschwitz, 12 oktober 1994; echtgenote Klarine Henriette Verdoner, Amsterdam, 30 april 1909 – Auschwitz, 12 oktober 1944; zoon Max Verdoner, Amsterdam, 15 september 1936 – Auschwitz, 12 oktober 1944; dochter Jeanette Verdoner, Amsterdam, 9 juni 1941 – Auschwitz, 12 oktober 1944

Marianne Levie-Verdoner, Amsterdam, 2 augustus 1906 – Auschwitz, 12 februari 1943; echtgenoot Izaäc Levie, koopman, Rheden, 10 april 1907 – Auschwitz, 30 april 1943; dochter Karolina Levie, Zutphem, 9 oktober 1931 – Auschwitz, 12 februari 1943

Kaatje de Goede-Verdoner, Amsterdam, 28 november 1907 – Sobibor, 21 mei 1943; echtgenoot Marcus de Goede, perser, Amsterdam, 30 oktober 1908 – Sobibor, 21 mei 1943; zoon Leo de Goede, Amsterdam, 12 februari 1935 – Sobibor, 21 mei 1943; dochter Nanny de Goede, Amsterdam, 13 november 1936 – Sobibor, 21 mei 1943; dochter Reneé Rosina de Goede, Westerbork, 27 februari 1943 – Sobibor, 21 mei 1943

Abraham Verdoner, Alkemade, 18 juni 1909 – Amsterdam, 30 oktober 1909

Izaak Verdoner, Amsterdam, 31 juli 1910

Samuel Verdoner, Amsterdam, 25 oktober 1911 – Auschwitz, 12 oktober 1944; echtgenote Maria Verdoner-Wagenaar, Amsterdam, 21 augustus 1914 – Auschwitz, 12 oktober 1944; dochter Nannie Carry Verdoner, Amsterdam, 21 februari 1940 – Auschwitz, 12 oktober 1944; dochter Carry Josephina Verdoner, Amsterdam, 26 mei 1942 – Auschwitz, 12 oktober 1944; adres Linnaeuskade 33 boven.

Nathan Verdoner, kantoorbediende, Amsterdam, 27 februari 1914 – Auschwitz, 12 oktober 1944; echtgenote Regina Verdoner-Drukker, Amsterdam, 8 april 1918 – Auschwitz, 12 oktober 1944

Abraham Verdoner, kantoorbediende, Amsterdam, 14 juli 1916 – Auschwitz, 12 oktober 1944

Ook de familie van Hartog de Vries, eerdere bewaarder van de begraafplaats en zeer actief bij de ondersteuning van Tsengierei Rechouwous, door o.a. bijeenkomsten thuis aan Zeeburgerdijk 226 te organiseren, overleeft de oorlog niet.

Hartog de Vries, beambte Synagoge en bewaarder begraafplaats, Hoorn, 18 maart 1881, Auschwitz, 27 augustus 1943.

Gesiena de Vries-de Beer, Winschoten, 8 september 1878, Amsterdam, 26 juli 1941

Eva de Vries, Amsterdam, 17 juli 1906, Sobibor 28 mei 1943

Alle rechten voorbehouden

Media bestand