Verhaal

Het lot van Abraham Duits

Onderduik, Razzia, Concentratiekamp

De levensgeschiedenis van Abraham Duits en die van zijn vrouw Cornelia de Korver. Hoe Cornelia in het verzet belandde en Joodse vluchtelingen de grens over bracht en bij 11e keer werd gepakt, naar Ravensbrück werd gestuurd, waar zij begin 1944 na 20 maanden gevangenschap, plotseling in vrijheid werd gesteld en de oorlog heeft overleefd.
Hoe haar man Abraham elders met hun zoontje Sal ondergedoken was maar ongelukkigerwijs op 16 September 1944 op het Leidseplein in Amsterdam in een razzia belandde, werd opgepakt en uiteindelijk in het werkkamp Ladelund in de omgeving van het concentratiekamp Neuengamme terecht kwam, waar hij door de ontberingen is omgekomen. Zijn zoon Sal heeft voor de eerste keer, op 21 November 1997, samen met zijn vrouw, het voormalig werkkamp Ladelund bezocht en kaddisj kunnen zeggen voor zijn vader bij het massagraf en het aldaar opgerichte grafmonument, waar zijn naam is vermeld als Abraham Duiks in plaats van Duits.

Abraham Duits groeide samen met zijn twee zussen Elisabeth (1907-1942) en Clara (1912-1998) op in het gezin van zijn ouders , Salomon Emanuel Duits (1881-1965) en Daatje Fonteijn (1881-1965).
Na het doorlopen van de HBS trad hij in 1928 in dienst bij het bedrijf van zijn vader, S. Duits & Co, fabrikant en handelaar in kalenders en reclame artikelen.
Begin jaren ’30, na een leerschool te hebben doorlopen bij collega’s in Leipzig, Parijs en Londen, werd hij aangesteld als vertegenwoordiger/verkoper van het bedrijf voor het Oosten en Noorden van Nederland.
In 1935 trouwde hij met Cornelia de Korver, met wie hij in Juni van dat jaar in Amersfoort ging wonen en waar eind 1935 hun zoon Salomon Hans werd geboren. Tot begin 1942 leidde het gezin een onbekommerd en zorgeloos bestaan.
Begin 1942 werd Cornelia (Cor), mede op verzoek van haar schoonvader Sal ingeschakeld bij het vervoer van Joodse mensen naar Brussel, het begin van de zogenaamde "Zwitserland route”. Steeds met kleine groepjes van 4 of 5 mensen reisde zij per fiets, tram en trein van Breda naar Brussel. Vandaar ging het verder met andere begeleiders via Luxemburg en Frankrijk naar Zwitserland.
Bij haar 11e grensoverschrijding is zij met haar groepje, toevallig haar eigen schoonzus Elisabeth Duits en zwager Bernard Abraham Cohen en hun twee kinderen, aangehouden en gevangen genomen. Via meerdere gevangenissen, o.a. Antwerpen, Breda, Vught enz. is zij uiteindelijk in Ravensbrück terecht gekomen. Haar schoonzuster en zwager zijn reeds na enkele dagen naar Auschwitz afgevoerd en in Augustus 1942 vergast. Hun twee kinderen zijn uit de gevangenis in Antwerpen gehaald en hebben de oorlog in België in een kindertehuis overleefd.
Abraham (Bram) Duits ondertussen met zijn zoontje in Amersfoort achterblijvend, vond het toch te riskant worden. Hij bracht zijn zoon onder bij vrienden in Bilthoven en dook zelf onder valse naam onder in Amsterdam.
Begin 1944 werd zijn vrouw Cornelia plotseling en geheel onverwacht door de nazi’s in vrijheid gesteld en uit Ravensbrück ontslagen. Haar straf zat er na 20 maanden blijkbaar op.
Vanaf Juni 1944 was het gezin weer herenigd en woonde op diverse onderduik- adressen in Amsterdam, steeds vluchtend voor achtervolgende Duitsers en hun trawanten.
Op 16 September 1944 sloeg het noodlot alsnog toe. Abraham (Bram) Duits werd op het Leidseplein te Amsterdam bij een razzia opgepakt. Via de kampen Amersfoort en Neuengamme is hij in het kamp Ladelund in het Noorden van Schlesweig-Hollstein terechtgekomen, alwaar hij onder meer tankgrachten heeft moeten graven. Op 16 November 1944 is hij daar overleden. De werkelijke doodsoorzaak is nog steeds onbekend. Bij zijn aanhouding twee maanden voor zijn overlijden, was hij nog een kerngezonde man.
Een van de stenen op het massagraf te Ladelund vermeld (zijn verkeerd geschreven naam) Abraham Duiks 1-02-1909 - 16-11-1944

Verteld en opgeschreven door zijn zoon Salomon Duits.
Geplaatst door de redactie van Joods Monument.

Alle rechten voorbehouden