Verhaal

Fragment uit 'Een brief van mijn vader'.

Ben Stranders heeft direct na de oorlog zijn herinneringen aan het gezin Judels in een brief aan zijn vrienden Bram en Suze Snoek vastgelegd. Bram Snoek, Louis Judels en Ben Stranders waren vrienden.
De familie Judels verkoos zelfdoding in het begin van de oorlog.

Om zeven uur neem ik afscheid van David, Louis, Mientje en de kinderen Mia en Bert. Enige minuten later, bij mijn thuiskomst, hoor ik dat Nederland gecapituleerd heeft! Wij hebben thans niets meer te beslissen, althans niet meer het vraagstuk onder ogen te zien dat ons nog een uur geleden bezig hield. Echter Louis en Mientje hadden nog andere beslissingen op het oog Zij meenden dit verplicht te zijn aan hun kinderen.

’s Morgens zag Annie (zuster van mijn vader) vanuit de woning, die jullie eens hebben bewoond, vier brancards naar beneden dragen door de G.G.D.. Zij hadden, ter wille van de kinderen, den dood door gas verkozen boven een leven vol ontzetting met, zoals achteraf bleek, slechts een zeer geringe kans op verlossing. Vrijdag daaropvolgend zijn Leo, Bram Monnikendam, Gerrit en ik meen ook Catharine en Saar naar Westerveld gegaan en we zagen daar vier kisten verzinken naar de kelders van het Crematorium.
Het kleine kistje in wit met Bert erin zal ik nooit vergeten. Hij is vele kleine kinderen voorafgegaan, gelukkig zonder het leed te voelen waaraan dezen eerst zouden worden blootgesteld.

In het Columbarium staan vier urnen. Het Columbarium staat bij een meertje waarin een bootje drijft. In zo’n bootje moet windekind uit de kleine ‘de Kleine Johannes’ hebben gesproken over vele geheimzinnige dingen waarvan Nazi-beulen geen notie hebben. Zij vieren horen deze gesprekken en begrijpen ze. De beulen hebben ze dat plaatsje niet kunnen afnemen. Dat is een voorrecht voor Louis, Mientje en de kinderen.

Dit fragment uit 'Brief van mijn vader' is de redactie toegestuurd door de zoon van Ben Stranders.

Alle rechten voorbehouden