Onderstaande brief kregen mijn grootouders (Berend en Greet Mulder) in hun bezit via de geadresseerde van Zanen.
" 'Amsterdam, 21 Juli 1942'
Waarde mijnheer v Zanen,
Het is toch zo ver gekomen. Ons gezin moet a.s. Donderdagnacht om 2 uur weg. Waarnaar toe weten we niet. Uitstel was niet mogelijk terwijl Leo niet bij familie achtergelaten mag worden. We vertrekken dus met ons vieren. Van alles wat we in al die jaren opgebouwd hebben moeten we afstand doen en alles moeten we achterlaten wat we met veel moeite hebben opgebouwd. Van al onze familieleden en beste vrienden waar ik u toch toe reken, moeten we afscheid nemen, voor hoe lang weten we niet. Het is heel erg zwaar. Maar toch, ondanks alles wat ons nog te wachten staat en daar moeten we zo flink en zo sterk voor zijn als mogelijk is. We zijn nog met ons vieren. Zijn gezond en gaan zo goed mogelijk weg. We hebben het leven nog en dat is veel. Wat de toekomst ons nog zal brengen weten we niet, maar eens zal aan deze donkere tijden toch een einde komen. En dat moment hopen we mee te maken.
Ik hoop dat U en uw gezin het goed maken, ook in de toekomst. En we elkander gezond weer mogen ontmoeten.
Ik wens U het allerbeste ook namens mijn vrouw.
Een stevige handdruk.
Sam Polak.
PS. Als er iets financieel te regelen valt b.v. met Klerkx. wilt u dit dan met Mulder doen. Nog vriendelijk bedankt voor al het gene wat u voor mij en mijn gezing hebt gedaan en voor de prettige werkkring die ik bij U heb gehad."