Sytze van der Zee, auteur van 'Vogelvrij. De jacht op de joodse onderduiker' (2010) heeft het verraad van Salomon Charmatz en Ilsa Jacobson en wat er volgt uitgebreid beschreven (p. 386-390). Hun arrestatie vond een jaar later plaats dan nu vermeld: op 23 maart 1944. Zij waren toen ondergedoken bij Gerrit Jacob Busser op de Stadionweg 3-II. Het echtpaar zou zijn verraden door Amalie Bauckhage, de niet-joodse echtgenote van Rudolf Pollak, een Duits-joodse vluchteling. Pollak werkte sinds 1942 onder meer voor de Joodsche Raad en beschikte over een omvangrijk netwerk. Hij speelde een belangrijke rol bij het verdelen van levensmiddelenkaarten, bij 'arisering' via het Haagse advocatenkantoor van Hans G. Calmeyer en had een cartotheek met schuiladressen. Zelf weet ik dat hij zich bijzonder voor een van zijn onderduikhelpers inzette en dat een aantal van de schuiladressen zich in de Haarlemmermeer bevonden. Van der Zee weer: Salomon en Ilsa Charmatz waren eerder bij het echtpaar Pollak-Bauckhage aan de Antonie van Dijckstraat 7 ondergedoken geweest, en als Pollak door rechercheurs van de Haagse politie (de zgn. Documentatiedienst) op donderdag 23 maart 1944 wordt gearresteerd, slaat zijn vrouw bij een huiszoeking door. Salomon en Ilsa Charmatz, onderduikgever Busser, Rudolf en Amalie Pollak, plus Rudolfs moeder Flora Parille worden op diezelfde dag nog gearresteerd en naar de Scheveningse gevangenis gebracht. Veel meer ondergedoken of bevriende joden lopen nu gevaar. Er volgen op 24 en 25 maart nog meer arrestaties. Dat wordt erger als Rudolf Pollak tijdens zijn arrestatie erin toestemt als V-man voor de Gestapo te gaan werken. Rudolf Pollak, Amalie Bauckhage en Flora Parille komen na enige tijd vrij. Het echtpaar Charmatz wordt echter naar Westerbork gestuurd en vijf maanden later in Auschwitz vermoord. Rudolf Pollak wordt niet lang daarna vermoord, in Amsterdam. Twee verzetslui van de Knokploegen (KP) schieten hem op 17 november 1944 op de hoek van de Cormelis Schuytsraat en de Johannes Verhulststraat neer. Een dag later sterft hij in het 'Wester Gasthuis' (Wilhelmina Gasthuis).
Verhaal