Verhaal

Antwoord gekregen:

"De Oorlogsgravenstichting is in 1946 het leven geroepen om de graven van
Nederlandse oorlogsslachtoffers in te richten en te onderhouden.
Wereldwijd beheren wij 50.000 graven. Niet alleen van militairen, maar
ook van burgers, mannen zowel als vrouwen en kinderen. Het gaat hier om
oorlogsslachtoffers die op verschillende plaatsen en onder verschillende
omstandigheden zijn omgekomen. Wij merken Joodse personen die uit angst
voor deportatie (familie Baruch) of uit wanhoop omdat een dierbare is
gedeporteerd (familie Wijler) zelfmoord hebben gepleegd aan als
oorlogsslachtoffer. Op de Joodse begraafplaats in Diemen hebben wij
naast de graven van de familie Baruch nog 19 graven van Joodse
slachtoffers ingericht met een staande Stichtingssteen (dit zijn
overigens geen Rijksgraven, maar voor beheer en onderhoud maakt dat
niets uit).

Na de oorlog hebben wij de personalia van de Nederlandse
oorlogsslachtoffers geregistreerd. Daarnaast hebben wij, voor zover
mogelijk, hun graven in kaart gebracht. Gebleken was dat vele graven
niet waren ingericht. Dit had verschillende redenen. De familie kon
destijds geen steen bekostigen, of er was geen familie meer die daarvoor
kon zorgen. Indien oorlogsgraven niet voorzien waren van een steen heeft
de Oorlogsgravenstichting die taak op zich genomen. Zo hebben wij op
vele begraafplaatsen in Nederland, waaronder op bijna alle Joodse,
graven ingericht."

Alle rechten voorbehouden