Dineke Truus Nathans-Goudsmid was ondergedoken in Haren, Nederland

In het begin van de oorlog was Dineke erg jong. In 1942 kwam ze in een ander gezin. Haar ouders zijn samen ondergedoken en haar broer werd ondergebracht in een boerderij. Dineke sliep boven en zag haar ouders een paar maanden niet.

“Ik snapte niet waarom ik in een keer bij andere mensen woonde en mijn ouders niet meer kon zien. Verder was ik mij nergens van bewust. Ik was pas vier jaar.”

Op een gegeven moment heeft Dineke zichzelf verraden toen ze in de tuin aan het spelen was.

“Ik had zelf geen ster, want daar was ik te jong voor. Ik liep dus gewoon buiten in de tuin. Ook als er bezoek was. Op een dag kwam er een trein voorbij, het was een transport en de trein zat vol Joodse mensen met een ster. Ik wees naar de trein en zei ‘Hé, die ster wil ik ook! Mijn papa en mama hebben ook zo’n ster.’”

Op dat moment werd het te gevaarlijk voor Dineke om in Haren te blijven. Ze werd ’s nachts opgehaald en in een geblindeerde auto naar Nieuw-Buinen in Drenthe gebracht. Daar verbleven haar ouders op dat moment ook.

“Toen zag ik mijn ouders weer. Ik snapte niet waarom ze huilden.”