In april 1944 liet de verraadster Ans van Dijk het echtpaar Vlessing bij haar onderduiken in Amsterdam. Ze wist hen het onderduikadres van hun dochter Aaltje te ontfutselen, die sinds augustus 1942 verbleef bij een boer in Zijpe. Ans van Dijk vertelde Barend en zijn echtgenote dat ze hen met een grote groep joden naar Portugal kon laten emigreren. Samen met haar collega-verraadster Branca Simons vertrok Van Dijk vervolgens op 4 april 1944 naar Zijpe, met een brief van Barend Vlessing waarin stond dat Aaltje op 9 mei zou worden opgehaald voor de emigratie. Vier dagen later, op 8 april, arriveerde de SD in Zijpe, die Aaltje en haar onderduikgevers arresteerde. Haar ouders waren intussen ook al opgehaald.
Bron: Koos Groen, 'Als slachtoffers daders worden: de zaak van de joodse verraadster Ans van Dijk' (Baarn 1994) 112, noot 160
Verhaal