Vader Sztycer was kleermaker en had een eigen zaak in Den Haag. Toen hij door de Duitsers uit zijn zaak werd gezet, ging hij bij de firma Pelgroot aan de Zwarteweg werken.
Omstreeks juni 1942 liet hij zijn gezin inschrijven op de Weinreb-lijst. Hij moest hiervoor 200 gulden betalen: 100 gulden per volwassene. De kinderen gingen gratis. Daar bovenop moest hij nog een manteltje maken voor het dochtertje van Weinreb.
Bron: 'Rapport door het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie uitgebracht aan de minister van Justitie inzake de activiteiten van drs. F. Weinreb gedurende de jaren 1940-1945, in het licht van nadere gegevens bezien', Mr. D. Giltay Veth & A.J. v/d Leeuw. Den Haag, 1976.