Philip Frank

Philip Frank was de zoon van Herman Frank en Rebekka Philips. Zijn ouders en zijn zus Alida kwamen om tijdens de oorlog. Philip was in 1937 benoemd tot opperrabbijn van Noord-Holland. Als enthousiast geestelijk leider was hij onder meer betrokken bij Beth Joles. Philip werd in 1943 als gijzelaar voor een vuurpeleton in de duinen van Overveen geëxecuteerd.
Toevoeging van een bezoeker van de website

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 17817) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 3458/19786).

Het bestuur van de Joodse Raad Haarlem bestond aanvankelijk uit drie leden. Dat zijn: Philip Frank, Barend Chapon en Emanuel Elte, aldus dit artikeltje.

Philip Frank studeerde van 1928 tot en met 1937 Klassieke Letteren aan de Universiteit van Amsterdam.

Een foto waarop Philip Frank te zien is bij de inzegening in 1942 in de Nieuwe Synagoge in Amsterdam van het huwelijk van Salomon van Gelder en Netta Loonstein, is te vinden in het boek van René Kok en Erik Somers, De jodenvervolging in foto’s: Nederland 1940-1945 (Zwolle 2019) 91.

Noach Mok en Betsie Turksma trouwden op 29 juli 1942 in een achtertuin aan de Verspronckweg in Haarlem. Foto’s van deze door opperrabbijn Philip Frank geleide huwelijksceremonie zijn te vinden in het boek van René Kok en Erik Somers, De jodenvervolging in foto’s: Nederland 1940-1945 (Zwolle 2019) 94-95.