Addition

By: Corrie

Sallie (Salomon) ging van 8 oktober 1931 tot 22 februari 1941 naar de Amsterdamse dovenschool.

Volgens de gegevens van de school was zijn vader diamantbewerker van beroep.

De laatste notitie bij de naam van Sallie is “Als Jood naar Duitschland vertrokken”.

Zijn vader schreef in het “Tijdschrift voor Doofstommenonderwijs” drie artikelen over de onderwijs-vorderingen van Sallie. Het eerste artikel werd in nummer 2 van 1937 geplaatst: Herinneringen aan het voorbereidend onderwijs van onze jongste zoon Sallie, door zijn vader E. van der Woude. Het tweede artikel werd in nummer 4 van 1937 geplaatst: Fragmenten uit mijn dagboek over mijn zoontje, door E. van der Woude, vervolg. In het derde nummer van 1938 werd het slotartikel geplaatst, met dezelfde titel.

Ooggetuigen vertellen dat Sallie gek was op voetballen. Hij was een lenige jongen en kampioen bij gymnastiek. Sallie wordt herinnerd als een rustige en pientere jongen.

In 1942 ging hij van school omdat hij met zijn ouderlijk gezin was opgepakt en in de Hollandse Schouwburg was gezet. Ooggetuigen hadden halflege soepborden zien staan in het huis waar Sallie woonde.

Sallie stuurde een brief vanuit kamp Vught en vroeg daarin om verschillende spullen zoals schoensmeer, want door het voetballen werden zijn schoenen kaal. In zijn tweede brief schreef hij: we gaan weg, maar weten niet waarheen. Hij bedankte zijn juffrouw voor het lesgeven en wenste iedereen vaarwel.

Salomon stond op de lijst van transportnummer 68. Dit transport vertrok op 8 juni 1943 uit Westerbork en kwam op 11 juni 1943 in Sobibor aan. Het transport bevatte 3017 gedeporteerden, waaronder 1145 kinderen.

Salomon staat in het boek In Memoriam vermeld op pagina 556,
zonder foto.